320
hem ook niet ontvankelijk had behooren te verklaren met zijne
reclame
Overwegendedat derhalve de dispositie dient vernietigd te worden
Lettende op de aangehaalde wetsbepalingen en art. 5 van Staats
blad 1874, No. 28;
Beschikkende
In naam en van wege den Koning;
Vernietigt de boven omschreven dispositie van den krijsraad;
Verklaart den reclamant niet ontvankelijk met zijne ingediende
reclame;
Veroordeelt hem in de kosten van het geding.
Aldus gedaan en gedisponeerd, op heden Vrijdag den dertienden
October 1800 twee en tachtig, bij ons, enz.
Medegedeeld door
Metis.