322
Hoe dit ook wezen moge ik geef de brieven voor wat ze, blijkens het
vorenstaande, naar mijne meening zijn.
Is het noodig, hierbij het verzoek te voegen, om toch vooral te denken
aan het: „II faut juger les écrits d'après leurs dates"?
Yoor een héél enkelen Lezer misschien wel.
Vele jaren geleden toch las ik in een ik weet niet meer welk
tijdschrift, een brief, door een officier, die aan een expeditie deelnam,
onder den indruk van 't oogenblik aan zijn Vader geschreven. In dien
brief werd op de vijanden gescholden. De schrijver had hen genoemd
Waartoe het te herhalen? Het is een woord, samengesteld uit twee
andere, waarvan het eerste de benaming aangeeft van iets, wat de gegoede
Chineezen nog al eens aanwenden, om 't een of ander gedaante krijgen.
Niemand zal dat schelden goedkeuren. In een der dagbladen werd
het dan ook zeer scherp veroordeeld.
De criticus verloor daarbij echter uit 't oog: 1° dat de bedoelde
brief niet was bestemd voor publiciteit [hiervan toch was een zeer ver
klaarbare „Vadertrots" de oorzaak], en 2° dat hij criticus nadat hem
de kogels om de ooren hadden gefloten en hij vele kameraden had zien
sneuvelen of verminken, evenmin als ieder ander soldaat, zoo brave-
hendrik-achtig zou zijn geweest, om aan de bewerkers van dat leed do
lieve, zoete naampjes te geven, welke hem wellicht later, toen hij geën
gageerd was geraakt, tegenover „Haar" over de lippen vloeiden.
Dat zoogenaamde schelden kan dan ook zeer goed gepaard gaan met
appreciatie van den moed, de doodsverachting, de liefde voor den geboorte
grond des vijands.
Aan die m. i. onrechtmatige critiek dacht ik opnieuw, toen ik do
hiervolgende brieven nog eens doorliep.
Mij schoot toen ook te binnen een der coupletten van Judelsn. 1. dat,
waarbij hij, met 't oog op het Monument op den Dam te Amsterdam, zong:
„Ilerin'rend den Tiondaagschen Strijd,
„Werd voor een elks gezicht,
„Een beeld, den Volksgeest toegewijd,
„In d' Hoofdstad opgericht.
„Thans reikt men aan den Belg de hand,
„Als Broeder en als Buur,
„En maakt gewis in Nederland
„Dat beeldeen zot figuur!
Januari '83.
Q. N.