330 VIII met proviand hier binnen geloopen. De 4 Belgische brikken, die voor goeden prijs verklaard waren, zijn weder losgelaten op bevel van Zijne Hollandsche Majesteit, dewijl liet particulier en geen lands eigendom was. Wij vernemen hier nog niets van het Fransche leger. De Belgen hebben hunne loopgraven wederom digt geworpen, en vuren niet meer op ons. Z. Ms. verjaardag is hier luisterrijk gevierd, alles was geillumineerd, maar in plaats van glazen, waar men gewoonlijk mede verlicht, hadden wij hier allemaal handgranaten, die van binnen vol vet waren, en waarvan do pit door het buisgat uitstak. De plaats was geheel met pikkransen en vaan dels versierd 011 verlicht, en een aantal vuurpijlen verkondigden ver door België heen, dat Hollands Koning nog in het hart van zijne brave Hollan ders leefde. In de stad was het doodstil'; slechts één hourah! hebben wij gehoord. Onze soldaten hebben tabak, pijpen en een extra-oorlam ont vangen. De dienst is hier nog al even streng. Tegenwoordig heb ik maar ééne nacht vrij. Mijn huishouden gaat wel. Ik kan al goed aardappels kooken en biefstuk bakken. De Ileeren N. en B. zijn hier, voor plaisir. Nu Mama! antwoord mij nu heel, heel gaauw. Citadel Antwerpen, 2 September 1831. Lieve Mcima! Neem mij niet kwalijk, dat ik dezen brief direct aan UEd. en niet onder couvert aan den Heer L. adresseer; maar daar ik op drie achter eenvolgende brieven nog geen antwoord ontvangen heb, zoo ben ik op de gedachte gekomen, dat misschien mijne brieven zijn weggeraakt, waarvan hier nogal veel voorbeelden zijn; waarom ik besloten heb de zelve onder een ander adres aan UEd. te doen toekomen. Ik hoop dat deze UEd. zal geworden. Ik meld UEd. dus, (wanneer UEd. de andere brieven ontvangen hebt, is het geen nieuws meer) ik meld u dus, zeg ik, dat ik voor een drie weken geleden, tot officier voorgedragen ben en dat ik dagelijks de promotie verwacht. Meer wil ik hier niet van zeggen omdat het ook wel mis kan loopen, dat evenwel niet waarschijnlijk is; maar ware het zoo dan had ik vele mooije plans voor niet gemaakt, en dan zoude de teleurstelling des te grooter zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 341