332
onzen burger-Minister van Koloniën, die, natuurlijk voorgelicht door den
refendaris, chef van de afdeeling Militaire Zaken, van dat departement, ver
klaard heeft, er volgens hem, Minister, geene urgentie bestond voor de
vermeerdering van het JSfederlandsch-Indische Leger.
Het dool van ons schrijven is de aandacht te vestigen op het tweede
punt en wel op de formatie van de tamboers en hoornblazers bij de Garni-
zoens-Infanterie, die eerstdaags in werking zal treden.
Zoo zal b. v. na de inwerking-treding der genoemde algemeene order
het Garnizoens-Bataljon van Atjeh en Onderhoorigheden, ter sterkte
van 564 Europeesche en 1128 Inlandsche fuseliers het kader buiten
beschouwing latende slechts 8 Europeesche hoornblazers, en 14 In
landsche tamboers en 31 Inlandsche hoornblazers hebben; dus op 75
Eur. fuseliers één hoornblazer en op 25 Inlandsche fuseliers één tam
boer of hoornblazer. Bij het Garnizoens-Bataljon van de Zuider- en
Ooster-Afdeeling van Borneo, ter sterkte van 215 Europeesche en
635 Inlandsche fuseliers, 6 Eur. tamboers, en 6 Inl. tamboers en 14
Inl. hoornblazers; bijgevolg op 45 Eur. fuseliers één tamboer en
op 28 Inlandsche één tamboer of hoornblazer, terwijl men daarentegen
bij het Garnizoens-Bataljon van Palembang, ter sterkte van 160 Europee
sche en 666 Inlandsche fuseliers, slechts 7 Inlandsche tamboers en 21
Inlandsche hoornblazers vindt.
Hoewel de ongelijke maatstaf tot de aanwijzing van Europeesche of Inland
sche tamboers of hoornblazers, op het eerste gezicht wel bevreemding zal
wekken, zoo is de oplossing hiervan te vinden in de sterkte en bezetting der
verschillende postenhoe men echter bij het eene korps alleen, n. 1. wat Euro
peanen aangaat, hoornblazers en bij het andere daarentegen alleen tamboers
indeelt, is ons onbegrijpelijk; bij beide korpsen heeft men toch een voldoend
aantal Inlandsche tamboers. Bovendien wekt het onze bevreemding, dat
er bij het Garn. Bat. van Palembang, ter sterkte van bijna 250 Europea
nen officieren en den kleinen staf niet medegerekend geen enkel
Europeesch tamboer of hoornblazer te vinden is.
Het aantal tamboers en hoornblazers, hetzij Europeanen of wel Inlan
ders, buiten beschouwing latende, bestaat onze grief hoofdzakelijk tegen
de Inlandsche tamboers. De groote garnizoenen, zooals Palembang, Lahat,
enz., uitgezonderd, zouden we op de verschillende posten alléén hoorn
blazers willen hebben, en wel om reden men in de practijk de trom wei
nig of bijna nooit ziet gebruiken, of het moest zijn bij militaire marschen
en exercitiën, en deze toch vinden bij zulke kleine garnizoenen, behalve
marschen naar en van het schietterrein, weinig plaats.