334 - Bij die korpsen of detachementen is dan zeker weinig sprake van marschen of manoeuvres, en kan men bij de exercitiën best volstaan mot hoornblazers, nu het africhten van Inlandsche soldaten voor tamboers zoo moeilijk is. Op posten, door Europeesehe soldaten bezet, hebben we geen bezwaar tegen tamboers, Europeesehe namelijk, daar van deze toch meestal gemakkelijk of zeker met veel minder moeite tamboers te maken zijn, die bovendien tevens goede hoornblazers zijn. Wij geven de bovenstaande denkbeelden ten beste, om er bij de ten- uitvoer-legging der bovengenoemde order, wat betreft de formatie der Garnizoens-Infanterie en eene nadere vaststelling van het aantal tamboers en hoornblazers bij die korpsen, daar waar noodig rekening mede te houden. C. Bezuiniging en Muziek. Twee zeer uiteenloopende zaken, zal menigeen zeggen. Toch niet! De Lozer oordeele Niet alleen ik, maar velen met mij zijn verbaasd over de voorstellen van het Legerbestuur, welke aanleiding hebben gegeven tot de laatste formatie- wijziging. Of is dat besluit geboren uit eene omgekeerde orde van zaken, zoodat het Legerbestuur er geen schuld aan heeft en dus zelf met die verandering is overvallen? Dit is, dunkt me, niet mogelijk. 't Is waar, het voordeel voor de schatkist van Nederland is groot, door één stafhoornblazer minder in de sterkte van het Garnizoens-Bataljon der Wester-Afdeeling van Borneo te voeren, maar daardoor ontneemt men ook aan een blijkbaar verachten buitenpost het eenige amusement: „een muziekkorps." Zonder kapelmeester toch: geen muziek. „De kapelmees ter is de muziek." Dit is even juist als: „le colonel c'est le régiment"; of, in Indië: „le major c'est le bataillon." We hebben hier te Pontianak een uitstekend muziekkorps; niet groot (slechts 11 man), maar goed. Daardoor wordt ons zoo eentoonig leven in het zoo geminachte hoekje van den Archipel énorm vervroolijkt. Niet alleen de officieren en minderen genieten er van, maar ook de burgerij. En niet het minst de schoonste en zwakste helft daarvan. Hoe wreed van het Gouvernement tegenover het meer dan 20tal Dames van Pontianak! Waar blijven nu de prettige danspartijen bij den Resident, bij den Overste en in de Sociëteit? En dan.. Sintang en Singkawang. Ook zij kregen hun bescheiden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 345