351
den Atjehschen kraton, een landtorpedo bij zicli had gehad, wie weet, hoe
dan wel de le Atjehsche expeditie zou zijn afgeloopen.
Had kapitein Huijer, die intusschen getoond heeft, het zonder landtor-
pedo's wel te kunnen doen, zulk een oorlogsmachine bij zich gehad, zeer
zeker had hij zich in het beklimmen van de stormladder niet ten voor
beeld behoeven te stellen. Eén landtorpedo had in 1 minuut tijds den
muur van den Missigit in elkaar doen storten.
Wanneer generaal Van Swieten, vóór het verlaten van Atjeh, den
kraton aan de West-, Oost- en Zuidzijde van landtorpedo's had kun
nen voorzien, dan zouden de achtergebleven troepen het vrij wat rusti
ger hebben gehad, en wellicht de Atjehers bij hunne kennismaking met
deze helsche werktuigen aan duivelskunstenarij zijn gaan gelooven, waar
door het beeindigen van den oorlog stellig niet vertraagd zoude geworden zijn.
Hypothesenen nog eens hypothesen.
Maarde kosten van aanschaffing van een lOOtal
landtorpedo's staan hoogstwaarschijnlijk in Oostenrijk veel lager getaxeerd
dan de kosten bedragen van aanwerving en overtocht naar Indië van 50
Europeesche soldaten, wier levende kracht vermoedelijk nog niet eens het0
deel vertegenwoordigt van de gezamenlijke domme kracht dier 100 torpedo's.
Ongelijkmatige bedeeling van hoofdofficiers-plaatsen bij het
Indische en bij het Nederlandsche Leger.
De verhouding van het gezamenlijk aantal officieren bij het Indische
tot die van het Nederlandsche Leger staat ongeveer als 5: 6.
En daarom wellicht heeft het Indische Leger slechts 3 generaals en het
Nederlandsche 13; de Indische Infanterie 5 kolonels, de Nederlandsche 10.
Aan den anderen kant valt ten nadeele der Nederlandsche landmacht
officieren aan te stippen, dat proportioneel er minder majoors en luitenant
kolonels in de organieke sterkte tellen. Zoo heeft de Indische Infanterie,
op 219 kapiteins, 61 luitenant-kolonels en majoors, terwijl de Nederland-
sche Infanterie, op 240 kapiteins, slechts 49 luitenant-kolonels en majoors
telt.
Bij de Artillerie komen nog grooter wanverhoudingen te voorschijn.
Terwijl de Nederlandsche Artillerie ongeveer 3 maal meer officieren telt,
kan zij [den kolonel van dat wapen, gouverneur der K. M. A. niet eens
medegerekend], op niet minder dan 8 kolonels, de Indische Artillerie
daarentegen op slechts 1 kolonel wijzen.