356 De zwaardere of affiictieve straffen waren 1. Geeselingmeestal toegepast wanneer de dood door de bijl moest volgen. 2. Rietslagentoegepast door Centurions, die, als onderseheidings- teeken, eene „baguette" droegen op gelijke wijze als later de Oosten- rijksche sergeanten den hazelaar, „Schlague" genaamd. 3. Stokslagen. Deze straf was verschrikkelijkzij had meestal den dood ten gevolge, De rampzalige veroordeelde bezweek ge woonlijk onder de strafoefening en mogt hij bij uitzondering aan de handen zijner beulen ontkomen, dan was er voor hem tóch geen redding mogelijk, dewijl hij zijne woning niet meer binnentreden, noch door de zijnen mogt worden ontvangen of opgenomen. De Tribuun raakte het eerst met zijn stok den veroordeelde aan, die daarop aan de soldaten werd overgeleverd, ter neder geworpen, en zonder mededoogen met stokken werd dood geranseld. Tacitus deelt mede, dat somwijlen de beulen gebruik maakten van hunne zwaar den, om den ongelukkige maar spoediger den dood te geven, en uit zijn vreeselijk lijden te verlossen. 4. Het afkappen der handen. Deze straf werd toegepast op dieven, falsarissen e. z. v. 5. Het afkappen der beenen. Toegepast op teruggevangen deserteurs. Het was eene gewoonte bij de Romeinenom hoofdzakelijk dat lig- chaamsdeel te kastijden waarmede gezondigd was. Opmerkenswaardig vindt men datzelfde principe óók bij de Atjehersdeze kappen óók de handen af voor diefstal en de beenen voor desertie. In 1875 bevond zich in den Kraton een zoodanig gemutileerden krijgsgevangen Atjeher. 6. De Slavernij. Alexander Sever us paste deze straf toe op een soldaat, die eene oude vrouw zwaar beleedigd had; die krijgsman werd eerst gedegradeerd, daarna eerloos uit het leger weggejaagd, en ten slotte aan do beleedigde oude vrouw als slaaf ten geschenke gegeven. Sichtermann verhaalt, dat lafaards die hunne vingers of duimen hadden afgekapt om zich zoodoende aan den krijgsdienst te onttrek ken, als slaaf werden verkocht; Suetone deelt mede, dat gelijk lót een Romeinsch edelman trof die aan twee jongelieden, om hen ongeschikt te maken voor den militairen stand, de regter duimen had afgekapt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 367