359
lot regelde daarbij ieders aandeel. -Bij eene zoodanige gelegenheid
belette een eenvoudig soldaat aan Clovis om zich meester te maken
van eene fraaije vaas die het lot hem niet had toebedeeld, zeggende
„Vorst! gij hebt geen regt hier iets anders te nemen als wat U
„door het lot is toegewezen!"
Clovis die de algemeene opinie niet wilde trotseren liet de begeerde
vaas staan, maar het volgende jaar wreekte hij zich, door dien vrij-
moedigen soldaat, wiens wapens niet geheel in orde waren bij eene
monstering, eenvoudig met zijn strijdbijl den kop te kloven! Het
was toen destijds óók al niet raadzaam kersen te eten met de groote
lui of naïf alleen op regt en billijkheid te vertrouwen!
Van Clovis tot aan Karei den Groote is uit de oorkonden niets
bekend omtrent de wijze hoe de krijgstucht gehandhaafd en het
militaire regt uitgeoefend werd.
Ook onder Hugo Capet en Philips August kwamen dienaangaande
geen bepaalde regelingen tot stand, maar, in 1270, regelde Lodeioijk
IX de organisatie en de aanvulling van zijn leger.
Onder Philips den Schoone en Lodewijk X werden die bepalingen
herzien, maar eerst in 1346 werd het eerste Militaire TT etboek
gearresteerd, en daarbij bepaalde straffen bedreigd tegen insubordinatie,
ongehoorzaamheid, desertie en verraad.
Doch reeds in 1360 zag Koning Jan zich bij zijne terugkomst
in Frankrijkna 4 jaar gevangenschap in Engeland bepaald ver-
pligt, buitengewone maatregelen te treffen om het Leger te zuiveren
van de bende avonturiers die leefden van roof, plundering en brand
schatting.
In 1373 werden voor het eerst de regten en pligten van officieren
en manschappen geregeld, en ook eerst toen een bepaald Koninklijk
Leger in het leven geroepen.
In het begin der XVe eeuw werden de zwaarste straffen bedreigd
tegen de toen weder veelvuldige moorden en roofpartijen, doch
vruchteloos
Wij zullen de talrijke ordonnantiën en bevelschriften die onder
eenige volgende vorsten nog werden in het leven geroepen tot hand
having van orde en tucht, als te weinig beduidend, niet bespreken,
en overspringen op het jaar 1439 toen, op den 2en November,