361 „een gloeijend ijzer werden doorstoken, en hij yervolgens uit de „gelederen werden weggejaagd." Paste men dien maatregel thans nog toe, dan zoude voorzeker het grootste gedeelte onzer Europeesche militairen met doorstoken tongen uit de gelederen zijn weggejaagd! Artikel 48 bepaalde verder: „Elk deserteur zal gehangen worden". Kort maar krachtig! Artikel öOzeide: „Elk Bevelhebber die vrouwen of meisjes in zijne „omgeviDg heeft, zal gecasseerd, en de vrouwspersonen met de zweep „worden gestraft." Goed dat men die weinig galante maatregel niet toepast, b. v. op de Bevelhebbers en de vrouwen of meisjes, te Atjeliin en om den Kraton! Het laatste artikel 56 handelt over belooningen en bevorde ringen. Het zegt: „Yoor bijzondere krijgsbedrijven, daden van bijzonderen helden- „moed, zal door den Kolonel of Kapitein een gouden ringdie aan „den vinger wordt gedragen, worden uitgereikt", en „Zoodra de krijgsman wegens verdere daden van heldenmoed geleide lijk tot den Luitenants rang zal zijn opgeklommen, wordt hij bij eene „volgende gelegenheid geadeldalthans, zoo hij niet reeds edelman is". Dit zoude ook bij ons zeer goed kunnenb. v. Graaf van Palcan- BadakHertog van Batoe-Ilir e. z.v. Omstreeks dienzelfden tijd werd de vroeger besproken, beruchte Artijckel Brief in de Vereenigde-Nederlanden afgekondigd. Een verbazend streng stuk, waarin tegen de geringste overtre dingen de zwaarste straffen werden bedreigdin nagenoeg elk arti kel leest men van doodhangenwurgenliand-afkappene. a. m. Hij die voor de 2e maal „den naam des Heeren ijdelijck voert of- „te blasphemeert, zal zijn tong met een gloeijend ijzer doorstoken, en- „de voorts gedevaliseerd worden tot op het hemd, ende verbannen „worden uit de Vereenigde Nederlanden" Deze fraaijigheid was blijkbaar overgenomen uit voormeld Edikt van 1534, edoch, onze vrome Dordsche vaderen waren „plus royaliste que le roi" en doorstaken reeds de tong bij de 2e godslastering, terwijl dit in Frankrijk eerst bij de 3e keer geschiedde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 372