363 Deze barbaarsche strafbepaling heeft baar pendant. Eene ordonnantie, gedagteekend Versailles 4 December 1684 be paalde, dat den deserteurs neus en ooren afgesneden, zij voorts met twee leliën op de wangen gebrandmerkt, kaal geschoren, en naar de galeijen zouden gezonden worden. Mein Liebchen was willst du nog mehr? Dat ten slotte naar de galeijen zenden vooral vind ik jammer, men had die arme duivels de vrijheid moeten laten, dan hadden zij althans troost kunnen zoeken bij de, door hunne zoo kuische, streng-zedelijke Fransche overheden op gelijke wijze gemutileerde ontuchtige vrouws personen Het zoude ons te vèr voeren en dit opstel zoude te omvangrijk worden, wanneer wij alle, later nog uitgevaardigde strafbepalingen één voor één in behandeling wilden nemen. Het voorafgaande zal trouwens wel voldoende zijn ten bewijze, dat mogen ook al de thans nog bestaande strafbepalingen, vooral die van ons Crimineel Wetboek, verouderd en middeleeuwsch heeten, de vroeger bestaande en wel deugdelijk toegepaste lijfstraffen voor de militairen bepaald onmensche- lijk wreedaardig waren. Bovendien en dit mag vooral niet uit het oog worden verloren, is wel ons Crimineel Wetboek verbazend crimineel in theorie en leest men daarin nog voortdurend van kogel, strop, stok-, riet- en kling slagen e. z. v., maar in de praktijk bepaalt zich dit tot een enkele keer den kogel bij een al te bar feit van feitelijke insubordinatie nog veel zeldzamer den strop, maar meestal detentie of kruiwagenstraf, na voorafgaande vervallen verklaring van den militairen stand en het wegjagen als eerlooze schelm In sommige Rijken heerschen evenwel thans nog, in deze zoo verlichte eeuw, niet alleen in werkelijkheid onmenschelijk strenge, maar ook bepaald bespottelijke militaire correctiën. In Rusland b. v. moet ieder militair, van welken rang of graad ook, die dronken op straat wordt bevonden, gedurende eenige uren de straat met een bezem aanvegen, zoodra hij daartoe weder genoeg zaam nuchteren geworden is. Nu wete men, dat in Rusland, ook onder de hoogere standen, de dronkenschap eene bepaald nationale ondeugd is, en men stelle zich eens een halfnuchteren Kolonel,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 374