369
Zoo dus, de provoost straffen zijn onnoodig, zoowel voor den goeden
als voor den slechten Officier en hoogst vernederend voor het reliëf
van den eervollen Officiers stand in het algemeen
Nu maken wel de strenge en gewone arrest straffen niet zóódanig
schandaal, maar ook zij zijn en blijven hoogst nadeelig voor het
prestige van den gestraften Officier tegenover zijne ondergeschikten.
"Wel is de bespottelijke maatregel, om door een Adjudant onder
officier de sabel (welke?) van den met streng arrest gestraften Officier
te doen afvorderen, sedert eenige jaren vervallen, wèl wordt streng-
arrest meestal achter ziekte gemaskeerd, maar toch is het een feit,
dat nagenoeg geen Kapitein of Luitenant wordt gestraft, zonder dat
alle, althans nagenoeg alle in rang of anciënniteit jongere Officieren
van het garnizoen, zelfs veelal onderofficieren en minderen daarmede
volmaakt bekend zijn.
De provoost en arrest straffen voor Officieren, zeide ik voorts,
zijn: ondoelmatig.
Welk doel beoogt men met de straffen?
De Leger order 1836 N°. 14 1 zeide daaromtrent het navolgende
„De militaire wet kent aan den Kommanderenden Officier een
„uitgestrekte magt toe in de uitoefening van disciplinaire straffen
„maar de wetgever is van de veronderstelling uitgegaan, dat daarvan
„niet slechts regtvaardig, maar tevens menschkundig zoude worden
„gebruik gemaakt, opdat(ik cursiveer) de straffen niet
„alleenlijk zijn zouden eene billijke vergelding voor bedreven kwaad,
„maar óókeen middel tot zedelijke verbetering"Tevens was daar
bij voorgeschreven, dat niet tot degradatie mogt worden overgegaan
dan na de geheele serie der andere disciplinaire straffen te ver
geefs te hebben toegepast. Nu is wel dit principe later weder los
gelaten, en bij A. O. 1871 N°. 99 buiten werking gesteld, maar de
voorafgaande, zoo ware en menschkundige beschouwingen en voor
schriften van den toenmaligen Legerkommandant Cochins omtrent
het doel der straffen, zijn nimmer ingetrokken, en kunnen, als on-
omstootelijke waarheden, nimmer buiten werking gesteld worden. Dus
het doel der straffen moet óók zijneen middel tot zedelijke verbe
tering. Dit nu zijn de straffen voor Officieren niet, en daarom zijn
ze ondoelmatig.
24