378 Door dat voortdurend verblijf der Luitenants in de kazerne, om er bij de manschappen, zelfs in de chambrée als zij poetsen, zich ongekleed reinigen of corveën, wordt hot prestige der Officieren voort durend en belangrijk geschaad. De Officier moet niet te veel in de kazerne hangen, vooral niet te veel in de chambrée zijn. Kolonel Noirot, de Directeur der Spectateur Militaire, en Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, zeide dan ook onlangs zeer te regt: „L'officier est trop souvent en contact avec le soldat; il n'y a „rien a gagner a ces contacts trop fréquents et trop prolongés, qui „ne peuvent qu'enlever de leur prestige a ceux, qui sont chargés „du commandement. „II n'y a pas de grand homme pour son valet et, tous nos Offi ciers ne sont pas précisément de grands hommes"! De Fransche wetten en reglementen, zegt verder Noiroten hij had er voor mijne verantwoordelijkheid gerust kunnen bijvoegen ook de Nederlandsche en Nederlandsch-Indischezijn dan ook zeer ondoel matig, omdat zij den Officier voor de minst beduidende zaken in touw zetten; overal moeten zij bij tegenwoordig zijn, zij verslingeren veel te veel tijd in de kazernes, verliezen daardoor veel van hun gezag, en krijgen daardoor dikwerf een hekel aan den dienst. De reeds voornoemde Kolonel, Baron Joachim Amhert zegt dan ook geheel naar onze zienswijze: „Le mal que les Colonels-capo- raux ont fait a l'armeé est immense". Wanneer nu alle onder drukking en misbruik van gezag, niet alleen bepaald verboden, maar ook indedaad en algeheel werden nagelaten en vermeden, wanneer het relief van den subalternen Officier steeds door elk superieur naar behooren werd gereleveerd en hij in de uitoefening van zijn gezag met alle kracht werd ondersteund en geschraagd, wanneer indedaad alle kleingeestigheid, alle vitzucht en vooral alle onheusche, kren kende, bejegening zorgvuldig werden gemeden, dan zouden reeds vele, der thans nog opgelegde arrest straffen worden voorkomen! Daartoe, en tot de handhaving van krijgstucht en een behoorlijke geregelde, geheel uniforme wijze van dienen, zoude ook veel, zeer veel toebrengen: de-invoering van geheel nieuwe, practische enmensch- hundige dienstvoorschriften, wetten en reglementen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 389