395 naar Klobuk slechts gebruik kon maken van een oostwaarts van Tre- binje tot Nesvece loopend rotspad. Yan de hoogte bij Nesvece daalt deze smaller wordende weg, over een lengte van ongeveer 7 Km., langs de steile Noordelijke helling van het Trebinscica-défilé tot aan Grancarewo. Opdat deze gevaarlijke, nimmer nog door een voertuig gevolgde weg, door de batterij kon worden gebezigd, moest vooraf de noodige springarbeid en wegverbreeding plaats hebben, waaraan anderhalve dag door de Infanterie-pionierafdeeling en het geniedetachement werd gearbeid. De uiterste koelbloedigheid der stukrijders bij het besturen hunner paarden, en gewis ook de omstandigheid, dat men zich volkomen ver zekerd wist tegen een vijandelijken overval, maakten het slechts mo gelijk, dat deze Noordwaarts door een steilen bergwand, Zuidwaarts door den onmiddellijk in de Trebinscica wegvallenden afgrond be grensde weg kon worden gepasseerd. Het ongelijkmatig aanruk ken der paarden, dan wel weerspannigheid of onrust ten gevolge van vijandelijk vuur, ware voldoende geweest, om geschut, bespanning en bediening in het diepe, rotsachtige bed van genoemden stroom te doen nederstorten. Bij de operatic tegen Trebinje in September, moest op den marsch van Stolac naar Hatelji voor deze zelfde batterij de weg verbreed worden, hetwelk voor haar en de achter haar volgende brigade 6 uur oponthoud veroorzaakte. De geheele weg van Stolac in het Bregawa-défilé tot aan het Doèarar-hoogland moest over het algemeen eerst berijdbaar wor den gemaakt. Den 19en Augustus was de communicatie naar de ge- schutemplacementen zoover gereed, dat men het opvoeren der vuur monden ten minste kon beproeven. Wegens de nabijheid des vijands van de schemering gebruik makende, begon men des avonds ten 5 ure de bestijging met vermeerderde bespanning van paarden en gerequireerde ossen. Evenwel werd zij, niettegenstaande alle mogelijke voorzichtigheid, na verloop van een half uur door den vijand bemerkt, die nu uit berggeschut een hevig granaatvuur opende, zoodat de be stijging moest worden opgegeven. Na het eindigen van het gevecht 's avonds 8 uur werd des

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 406