399
bergbatterij 1/XI 492 schoten of 123 per stuk en door de bergbat-
terij 1/YIII 336 schoten of 84 per stuk, zonder dat aan de vuur-
monden eenig defect is waargenomen. Meestal bedroegen de afstanden,
waarop het veldgeschut optrad, niet meer dan 3600 X echter zijn
ook batterijen op 4500 tot 6000 X tegen grootere doelen opgetreden,
en met goed gevolg.
De afstanden, waarop het berggeschut vuurde, lagen meestal tussclien
2000 en 2500 Xwaarbij nog buitengewone uitwerking werd waar
genomen. Slechts zelden vinden wij de bergartillerie op 3000 X of
verder in positie. Op dezen afstand was reeds verminderde uitwer
king merkbaardes te meer viel dit vooral daar op, waar het waarne
men der schoten door bodemtoestanden werd bemoeilijkt.
Het worpvuur kwam slechts bij drie batterijen in toepassing.
De doelen, waartegen het geschut gebruikt werd, waren van ver
scheiden aard.
Wij vinden herhaaldelijk veldbatterijen aangewend tegen weerstand-
biedende gebouwen, aardschansen, borstweringen van steen, enz. o. a.
voor Serajewo, Livno, Klobuc, enz.
Het berggeschut had voldoende uitwerking tegen de door de insur-
genten herhaaldelijk uit losse steen opgebouwde borstweringenver
nieling was daar, door het geringe verband van het materiaal, licht
mogelijk. Tegen solied metselwerk was de uitwerking van dit geschut
slechts gering, wat echter niet te verwonderen is. Groot munitiever-
bruik in die omstandigheden was er het gevolg van.
Dit moet noodzakelijk aanleiding geven tot de vraag, hoedanig het
mogelijk zou zijn, het berggeschut, behalve zijn groote bewegelijkheid
en manoeuvreervaardigheid, ook nog een uitwerking te verschaffen,
minstens gelijk aan die der veldartillerie.
Tegenover den eersten eisch: „groote bewegelijkheid" staat de tweede:
„maximum uitwerking." De uitwerking vordert groot kaliber, en
dientengevolge groot gewicht, als gevolg daarvan weder minder be
wegelijkheiden omgekeerd.
Beschouwen wij het veelbesproken verdeelbaar geschut, en zien wij
van ieder constructief bezwaar af, zoo kunnen wij toch de overtuiging
niet verliezen, dat de bewegelijkheid en manoeuvreervaardigheid bij
minstens het verdubbelde getal draagdieren niet winnen zullen.