405 bevorderingswijze der Indische officiereu te bespreken, toen n. 1. sommige der oudste kapiteins der infanterie aan eene vuurproef bij liet 9e of 10° bataljon werden onderworpen ter bepaling hunner ge schiktheid voor den majoorsrang en wijders luitenants der genie, die nog geen acht jaren officiersdienst telden, niet tot kapitein bevorderd werden, al bestonden voor hen ook vacaturen en waren zij overigens voor den hoogeren rang door hunnen onmiddellijken chef bekwaam geoordeeld. Deze nieuwerwetsche manier van bevordering, of juister gezegd van niet-bevorderingtrof uit den aard der zaak eenige officieren, die daar over luide klaagden en daardoor een schrijfproces als het ware in het leven riepen, niet het minst bij hen, die mede zich bedreigd konden achten. Deze verschijnselen, een uitvloeisel van hetgeen de officiereu als een willekeurige uitlegging der bij Koninklijk besluit gearresteerde regelen van het bevorderingsstelsel aanzagen, waren intusschen geheel exceptionneel en als het ware op zich zelf staande. Behalve nu deze uitingen der pers (die hoogst zelden in dit Tijdschrift, doch immer in eene courant voorkwamen) herinneren wij ons geen enkel opstel van eenig aanbelang omtrent de door ons bedoelde materie. Het is naar aanleiding hiervan, dat wij vermeend hebben enkele onzer gedachten omtrent dit onderwerp aan de Lezers van dit Tijdschrift te mogen mededeelen, ook tot aansporing van anderen, om gelijkerwijs te handelen, ten einde zoodoende te komen tot eene verzameling van denkbeelden, waarvan de raadpleging door de gezagvoerende machten wellicht later leiden kan tot herziening en verbetering der op dat gebied bestaande voorschriften. Vooraf willen wij een kijkje nemen in den vreemde, hoedanig daar de bevorderingswijze der officieren geregeld is, waartoe wij ons de vrijheid veroorlooven, gebruik te maken o. m. van de in het jaar De verschijning van het uitnemend goed geschreven opstel, tot titel voerende: ,.De tegenwoordige positie van den officier der infanterie in Indiëachten wij voor een zeer groot deel eveneens een uitvloeisel van de arbitraire wijze, waarop in de laatste jaren bij het Indische Leger met het al of niet bevorderen van sommige officieren is omgesprongen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 416