412 Gelijker wijs weet ook de in hetzelfde garnizoen en van hetzelfde wapen herkomstige majoor allicht genoegzaam van een kapitein van een ander bataljon, om zijne beoordeeling in de schaal te leggen naast die van den bataljonscommandant. Om dezelfde redenen zouden wij het niet ondienstig achten, wanneer de bataljonscommandanten te Batavia, Semarang, Soerabaia en Padang in eerste instantie door den luitenaut-kolonel plaatselijken commandant en eerst daarna door den gewestelijken militairen commandant werden beoordeeld. Keeren wij thans voor een oogenblik op onze schreden terug, omdat wij, vóór wij ons betoog vervolgen, willen mededeelen, hoe wij over de bevordering „bij keuze" voor het Indisch officiers korps denken. Over het algemeen valt voor eene oordeelkundige toepassing van zoodanige bevorderingswijze voor ieder leger veel te zeggen. Door bevordering bij keuze in het uitzicht te stellen aan hen, die boven vele anderen uitmunten in kennis, onbegrensden dienstijver, practische bruikbaarheid, helder oordeel, snellen militairen blik, gave om bevel te voeren, worden in een officierskorps leerlust, studie en oefening aangekweekt, die in ieder geval het leger ten goede komen. Omgekeerd spoort het den officier niet tot werkzaamheid aan, als hij dagelijks te aanschouwen heeft, dat zijn met een zeer-gewone dosis gezond verstand begaafde kameraad, die niet werkt, niet studeert, doch overigens zijne dienstplichten wel nakomt, even vlug als hij tot alle rangen opklimt. De mensch is nu eenmaal zoo, dat hij voor eene jarenlange onver plichte buitengewone inspanning ook wel beloond wil worden. Niet ieder officier, die studeert, doet zulks uitsluitend uit liefde tot de wetenschap. Is alzoo in abstracto veel, zeer veel te zeggen voor het uitloven van een prijs hier, eene bevordering bij keuze aan den officier, die gedurende eene reeks van jaren flink en vruchtdragend gestudeerd heeft en zich overigens mede voor het bekleeden van een hoogeren rang ten zeerste aanbeveelt de groote moeilijkheid is daarin ge legen, dat de grenzen in deze zoo bezwaarlijk te stellen zijn en dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 423