41?
Zooals de conduitelijsten thans ingevuld Worden, mag men aan
den inhoud slechts eene betrekkelijke waarde hechten.
Thans zijn het verweerde brillen.
De loin c'est quelque chose, de prés ce n'est rien.
Het door ons bedoelde middel is gelegen in het afschaffen van leggers
conduitelijsten, die telken jare weder ter inzage bij den bataljonscomman
dant terugkomen. Juist in het kennisnemen van de wijze, hoedanig een
officier in vroegere jaren is gesignaleerd, schuilt het kwaad.
Dat inzien der leggers conduitelijsten toch laat veelmaals zulk een
latenten indruk achter, dat een ongunstig gesignaleerd officier geruimen
tijd slecht blijft, al doet hij ook nog zoo zijn best, terwijl daarentegen een
gunstig beoordeeld officier geen kwaad kan doen, al heeft deze
zich in het laatste jaar ook van eene minder voordeelige zijde doen
kennen.
Op den langen duur zal ja! de waarheid wel zegevieren, doch..
het gaat daarmede toch somtijds uiterst lang
zaam, hetgeen niet aldus zoude zijn, wanneer de vroegere conduitelijsten
bij het Legerbestuur inkwamen, om aldaar voor altijd te blijven.
Op die wijze zoude de bataljonschef op het einde van het jaar
een meer onbevangen oordeel omtrent zijne officieren uitspreken, precies
zeggen, zooals hij het meent, zuiver weergeven, welken indruk de te
beoordeelen officier in den loop van het jaar op hem gemaakt heeft.
Deze wijze van beoordeeling zoude bovendien den Legercom
mandant een veel juister maatstaf aan de hand doen, om op zijne
beurt daarnaar de korpschefs te schatten, die thans, als er tusschentijds
niets bijzonders met hunne onderhebbende officieren geschied is, slechts
aan vroegere beoordeelingen te refereeren hebben, willen zij de minste
kans beloopen, den bal mis te slaan.
Wij houden ons overtuigd, dat ware in vroegeren tijd zoodanig
systeem van beoordeeling en vigueur geweest, het Legerbestuur
nimmer zijne toevlucht had behoeven te nemen tot het instellen van
de hiervoren reeds aangehaalde vuurproef bij het 9e of 10e Batal
jon.
"W ant nu had het Legerbestuur te doen met eenige (niet allen) voor
den majoorsrang geschikt geoordeelde kapiteins, die eigenlijk, naar de
meening van het Departement van Oorlog, daarvoor niet geschikt wa-
27