426 De Heer Cambier heeft dit vraagstuk in dit Tijdschrift ter sprake ge bracht, en was daarbij eerlijk genoeg te erkennen, dat vooral eigenbelang hem daartoe dreef, in zooverre als men het belang van het Wapen, waartoe men behoort, ook eigenbelang kan noemen. De vraag, in hoeverre een repeteergeweer voor het korps Mariniers werkelijk een behoefte is, behoeft hier niet te worden overwogen; wel daarentegen, of de invoering van een dergelijk wapen bij dat korps noodzakelijk door invoering er van bij het Indische Leger behoort te worden voorafgegaan. Ik voor mij nu geloof, dat dit volstrekt geen vereischte is. Ten volle ben ik het met den Heer C. eens, dat het, bjj de mogelijk heid van een vereenigd optreden te velde, alle aanbeveling verdient, dat bij het Korps Mariniers of liever bij de Marineen bij de Indische Landmacht geen verschil van patroon bestaatmaar een gelijkheid van wapen behoeft daaruit nog geenszins te volgen. Opmerkelijk is het voorbeeld, dat wij in deze bij Frankrijk aan treffen. Dit rijk, dat in 1855 het eerst de revolvers, systeem Lefaucheux, bij zijne Marine invoerde, is ook in 1878 het eerste geweest, dat zijne marine met repeteer-geweren heeft bewapend. Doordrongen als men er was van het gewicht bij Leger en Yloot slechts één patroon te hebben, wegens de groote voordeelen der munitieaanvulling, die daaruit voortspruiten, is het „vraagstuk" daar aan langdurige en nauwgezette overwegingen onderworpen geweest. Reeds in 1866 toch zijn bij de Fransche marine de eerste proeven met repeteer-geweren genomen, en jarenlang zijn de stelsels Lamson en Winchester in beproevend gebruik geweest, maar heeft men, op grond van de gecompliceerde inrichting dier wapens, er van afgezien. Daar intusschen de marine in 1867, in navolging van het leger, met het Chassepot-geweer was bewapend, bestond van toen af eene gewenschte overeenkomst van bewapening, die echter door de wijziging van het geweer in 1874 in zooverre werd verloren, dat dit nieuwe wapen, behalve bij het leger, uitsluitend bij de marine-infanterie werd inge voerd. Bij de in 1875 door de marine gedane voorstellen tot bewa pening met repeteer-geweren, waaraan in 1877 door het aanvangen van proeven werd gevolg gegeven, is men evenwel uitgegaan van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 437