428
geweer bevat, geheel toegerust, 9 patronen 7 in het magazijn, 1
in den aanbrenger en 1 in den loop (1) en weegt dan zonder ba
jonet 4.866 K.G., ledig echter 4.473 K.G., terwijl het Gras-ge
weer model 74 ook slechts 4.2 K.G. weegt. Het beproefde Kropat-
schek-geweer kan echter slechts 6 patronen in het magazijn bevatten,
en voor het verschieten dier patronen werden bij de beproeving gemiddeld
19.2 sec. noodig bevonden, terwijl zulks door zeer geoefenden in 14
sec. mogelijk bleek. (2) De beproevingen bij de landmacht duren nog
steeds voort.
Een hoogst belangrijk verslag omtrent de in Oostenrijk gedane
onderzoekingen met de geweren van den Artillerie-overste Von Kropai-
schek en van den hoofdopzichter Spitalsky van de "Wapenfabriek te
Steyer, vindt men in de Mittheilungen iiber Gegenstande des Art.- und
Genie-Wesens 1880, N° 2. Het Kroyjatschek-gevfeer is, als ge
volg dier onderzoekingen, bij den troep in beproevend gebruik gegeven,
en reeds zijn daaraan verschillende wijzigingen noodzakelijk bevonden.
Bovendien hebben de proeven met drie door den wapenfabrikant
Gasser verbeterde Kropatschek-geweren aanleiding gegeven, dat met
een tiental overeenkomstig gewijzigde wapens uitgebreide proeven
worden genomen. Intusschen hebben nog in 1881 proeven plaats
gehad met het door den Luit. Anton Ridder von Schurda tot repeteer
geweer gewijzigde Werncll-geweer model 1873/77 en de door den
Cav.-luit. Matzenauer ontworpen repeteer-karabijn met Werndl-
sluiting. Eerstgenoemd geweer heeft een magazijn aan de schaft,
laatstgenoemde in de kolf; beide echter zijn voor oorlogsgebruik
ongeschikt bevonden.
De Oostenrijksche Gendarmerie bezit echter reeds sedert jaren het
Fruioirth-geweer, dat, gevuld met 8 patronen 6 in 't magazijn,
1 in den aanbrenger en 1 in den loop en met bajonet, slechts 4.192
K.G. weegt, maar, wegens de gecompliceerde inrichting, niet veel
bijval vindt.
In Zweden en Noorwegen is destijds bij de marine het Krag-Petterson-
geweer beproevend ingevoerd. Of deze invoering sedert défiuitief heeft
(1) Zie Hitth. A. und G. 1880 N°. 1 bl. 54 en K. M. en V. 14e Deel, Verslag der
Normaal Schietschool, Bijl. 1.
(2) Zie Mitth. A. und G. 1880 N°. 1 bl. 40.