444 elke cursus jaarlijks zes élèves af'. Waarlijk geen schitterend resultaat. In elk garnizoen, waar minsten,s één bataljon Infanterie bijeen is, be staat eene Voorbereidende Schoolom onderofficieren en korporaals in de gelegenheid te stellen, het vóór hunne indiensttreding geleerde te onder houden en zich voor toelating op den cursus te bekwamen. Er wordt onderwijs gegeven in Nederlandsche en Fransche talen, rekenkunde, aardrijkskunde, geschiedenis en dienst- en exercitiereglementen. De les sen worden bij voorkeur in de avonduren gegeven, door een of meer officieren. (Deze ontvangen geen toelagen.) Het getal leerlingen is on bepaald. Er zijn in Nederland ruim 20 garnizoenen, waar zich minstens één bataljon bijeen bevindt; aan Voorbereidende Scholen dus geen gebrek. Men heeft bij dit voorbereidende onderwijs voor de hoofdcursussen op zettelijk naar geen te groote centralisatie gestreefd, om de leerlingen en de instructeurs zoo min mogelijk aan de diensten bij den troep te ont trekken. Die van de Voorbereidende Scholen doen alle diensten mede; die van de cursussen worden alleen gedurende de wintermaanden (Nov.- Apr.) van sommige diensten vrijgesteld; die van de hoofdcursussen zijn daarentegen vrij van alle korps- en garnizoensdiensten. Over het militair onderwijs in Indië komt eene zeer belangrijke studie voor in den jaargang 1880 van dit Tijdschrift; ook Monitor heeft in zijne „Indische militaire adviezen" dit onderwerp uitvoerig behandeld. Het doel van dit ons opstel echter is uitsluitend, de formatie der inrich tingen voor militair onderwijs in Nederland en Indië tegenover el kander te stellen; eene bespreking der organisatie van het onderwijs moet achterwege blijven, zoolang de examen-programma's der nieuwe regeling ons nog niet bekend zijn. Vóór 1871 werd in Indië het wetenschappelijk onderwijs bij de korpsen veelal als bijzaak beschouwd. De cursus werd gewoonlijk opgedragen aan denzelfden officier, die met het toezicht op de korpsschool was belast. Bij de Algemeene Order N°. 27 van 1871 werd bepaald, dat bij alle veldbataljons op voet van vrede een cursus moest worden gehouden. Het onderwijs werd gegeven door één officier, die van enkele diensten kon worden vrijgesteld; er moest minstens vijfmaal per week gedurende twee uren les gegeven worden. Het verband tusschen de Neder 1. en Ind. Legers. III. Het militair onderwijs. Monitor. Indische militaire belangen. IV. Eene Indische Cadettenschool.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 455