OYERZEESCHE SPROKKELINGEN. DOOR EEN VERLOFGANGER. Enkele uittreksels van het Militair Rechtin den vreemde. Duitschland. De willekeurige dronkenschap kan nimmer eene verzachtende omstan digheid opleveren, het allerminst bij misdrijf in dienst. Ieder misdrijf, begaan uit vrees voor gevaarwordt op de gewone wij ze bestraft. Bedreigd te zijn geworden kan dus nimmer voor den beschuldigde eene verzachtende omstandigheid bijbrengen. De leeftijd van den te veroordeelen militair blijft buiten beschouwing. Een misdrijf blijft niet buiten bestraffing, ook dan wanneer de pleger zich ter zijner verdediging vermeent te mogen beroepen op het geweten of wel op zijne godsdienstplichten, die hem tot het misdrijf zouden aan gezet hebben. Deze laatste bepaling heeft betrekking op Doopsgezinden en andere sekten, wie het dragen der wapenen verboden is; althans naar luid hun ner godsdienstige wetten. Een soldaat staat terecht voor eenen krijgsraad, waarin zitting nemen 1 majoor, president, 2 kapiteins, 3 luitenants, 3 onderofficieren en 3 korporaals of soldaten. In eenen krijgsraad, die een officier heeft te vonnissen, moeten steeds officieren van lage ren rang dan de beklaagde zitting nemen. Voor eenen kolonel b. v. bestaat de krijgsraad uit:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 463