- 35
De in dit grondwetsartikel beloofde Wet is echter, voor zooverre
onze genomen inlichtingen reiken, tot dusverre nog niet vastgesteld (f)-
Het artikel is b. v. wel voor Wurtemberg, maar niet voor Beijeren
geldig. In de vóór 1870 geldende „Yerfassung des Norddeutschen
Bundes", toen er natuurlijk nog geen Kaiser was, las men in plaats
hiervan Bunclesfeldherr (d. i. dezelfde persoon of Koning van Pruisen)-
Wij vestigen hierop de aandacht, omdat Bundes feldherr bepaaldelijk
is de hoogste militaire autoriteit, die alleen bevoegd is, den oorlogs
toestand te decreteeren; eene opmerking, die wij voor het vervolg
van onzen arbeid van genoegzaam gewicht achten.
De Wet van 4 Juni 1851 luidt:
1.
„Für den Fall eines Krieges ist in den, von dem Feinde bedrohten
oder tkeihveise sclion besetzten Provinzen jeder Festungskoramandant
befugt, die ihm anvertraute Festung mit ihrem Rayonbezirke, der kom-
mandirende General aber den Bezirk des Armeekorps oder einzelne Tlieile
desselben zurn Zweck der Vertheidigung in Belagerungszustandzu erklaren."
2.
„Auch für den Fall eines Aufruhrs kann, bei dringender Gefahr für
die öffentliche Sicherheit,der Belagerungszustand sowobl in Kriegs als in
Friedenszeiten erklart werden."
„Die Erklarung des Bclagerungszustandes geht alsdann vom Staats-
ministerium aus, kann aber provisorisch und vorbekaltlick der sofortigen
Bestatigung oder Beseitigung durch' dasselbe, in dringenden Fallen, rück-
sichtlich einzelner Orte und Distrikte, durch den obersten Militairbefehls-
haber in denselben, auf den Antrag des Yerwaltungschefs des Regie-
rungsbezirks, wenn aber Gefahr im Yerzuge ist, auch ohne diesen Antrag
erfolgen."
„In Festungen geht die provisorische Erklarung des Belageruugszustandes
von dem Festungskommandanten aus".
„Die Erklarung des Belagerungszustandes ist bei Trommelschlag oder
Trompetenschall zu verkünden, und auszerdem durch Mittheilung an die
(f) Zie evenwel 4, „Einführungsgesetz von 31 Mai 1870 zum Strnfgesetzbuch
für den Norddeutschen Bund." (B. G. BI. Staatsblad van 1870, S. 195).
Voor Nederlandsch-hidië denke men aan den Opperbevelhebber van Z. Af. Land
en Zeemacht beoosten de Kaap de Goede Hoop.
