460
Idealisme in zake eener homogene opleiding der officieren
van alle wapens.
Terwijl bij de geneeskeeren van den lateren tijd het denkbeeld meer en
meer veld wint, dat een ieder van hen trachte „specialiteit" te worden,
valt eene omgekeerde beweging waar te nemen in zake het bestaand ver
schil in opleiding van infanterie-, artillerie- en cavalerieofficieren.
Hoe ver verwijderd dé aanhangers van zoodanige unificatie nu ook al
staan van de verwezenlijking van hun desideratum, toch moet ook aan
gaande de door hen voorgestane theorieën gezegd worden, „que leurs idees
marclient."
Wij herinneren ons reeds een zeven a achttal jaren geleden gelezen te
hebben, hoe de als militaire schrijver gunstig gereputeerde kapitein van
het Nederlandseke Leger Glasius ijvert voor het samensmelten tot één
wapen der infanterie- en vestingartillerie-, zoomede der cavalerie- en bereden
artillerieofficieren.
Nog verder gaat de Fransche majoor der artillerie Alban Malcor, die
niets minder of meer wenscht dan de afschaffing van alle zoogenaamde
legerspecialiteiten en in verband daarmede eene en dezelfde opleiding der
officieren van de infanterie, artillerie, cavalerie, mineurs en sapeurs.
De denkbeelden van dien officier komen in het kort op het navolgende neer.
Er zullen zijn:
a. een eigenlijk leger, verdeeld in infanterie, artillerie en cavalerie [de
mineurs en sapeurs gaan op in de infanterie] en
b. de bij het leger behoorende hulpdiensten.
Bij het eigenlijke leger zullen zijn
1. Drie klassen van luitenants (de tweede-luitenantsrang wordt
afgeschaft)
2. Twee klassen van kapiteins;
3. Twee klassen van commandanten en
4. Twee klassen van kolonels. (1)
De overgang van eene lagere tot eene hoogere klasse in denzelfden rang
wordt als eene bevordering beschouwd. Bij die gelegenheid gaat de of
ficier per se bij een ander wapen over.
met de navolgende bondige bewoordingen „Een goed infanterist is spaarzaam met
zijne patronen, schiet op dichten afstand enraakt zijn doel." Op eene
andere plaats troffen wij aan, dat bij de Pruisen een afzonderlijk benoemingssignaal
bestaat voor den soutien eener tirailleurlinie, almede eene zaak voor het in bedekt
terrein zoo dikwerf strijdend Indische Leger der overweging waardig.
(1) Zijne verdeeling der opperofficieren laten wij hier achterwege.