478 den geest van verzet, die meesttijds bij reclame-aangelegenheden dui delijk blijkt, don kop in te drukken; men houde er dus niet te lang aan vast, en scheppe iets nieuws of wijzige de bepalingen. De geheele proces-orde, aangegeven bij deze A. Ostrekt ten bewijze, dat men sinds lang er op bedacht was, de wijze van proce- deeren in reclamezaken, afwijkende van de gewone manier, minder langwijlig te maken. Men is o. i. te ver gegaan, en heeft den recla mant daarbij wel kort reclit (d. w. z. een eenigszins. korter proces) verzekerd, maar wij kunnen niet beamen, dat hem goed recht tegelijk gewaarborgd is. 't Zal ons niet moeilijk vallen, deze meening te verdedigen. Wij verwijzen daartoe vooreerst naar art. 4 der meergenoemde Alg. Order. Ofschoon dit niet duidelijk genoeg blijkt, gelooven wij te mogen aannemen, dat in dit artikel met Commandeerenden Officier de plaatselijke of plaatselijk militaire commandant bedoeld wordt. Deze benoemt eene commissie van twee leden (officieren of onder officieren), zoodra eene reclame tot voor den krijgsraad wordt ge pousseerd. Afwijkende van de rechtsbeginselen, uitgedrukt in onze R. L., is bij A. O. N°. 12 van 1881 bepaald, dat de commissarissen, belast met de instructie der zaak, niet bijgestaan zullen worden door een adjunct of secretaris, ter residentie van den krijgsraad ook niet door den auditeur-militair maar dat de jongste der commissarissen tevens het secretariaat zal waarnemen. Deze commissie (zoo lezen wij) hoort den klager, den strafoplegger en zoo noodig do getuigen Hoe hebben deze informatiën plaats? Moeten de verklaringen onder eede worden afgelegd? Moeten commissarissen, zoo noodig, bijgestaan worden door tolken? Mag tot commissaris benoemd worden iemand, die krachtens art. 145 der R L. over den persoon, die terechtstaat, geen rechter zou mogen zijn? Heeft een reclamant het recht van wraking van officieren- of onder- officieren-commissarissen Wij zouden meerdere vragen kunnen stellen. Het komt ons voor, dat het in strijd zoude wezen met den geest onzer militaire wetboeken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 489