479 in strijd met de algemeene rechtsbeginselen, wanneer de waarborgen voor eene goede rechtsbcdeeling werden weggecijferdom slaafs het voorschrift van art. 4 A. O. N°. 10 van 1874 op te volgen; wij gelooven, dat de gestelde vragen tot algemeen antwoord moeten erlangen, dat alle formaliteiten, alle eischen door de R. L. gesteld, stiptehjk behooren nageleefd te worden, ook in reclamezaken. En toch. wat zien wij gebeuren, wanneer do krijgsraad bijeen geroepen wordt De reclamant weet in de meeste gevallen niets daarvan af; nadat het onderzoek in zijn garnizoen is afgeloopen, worden de processtukken aan den auditeur-militair gezonden en, ofschoon niet voorgeschreven, houden wij het er voor, dat deze het verzoek doet, een krijgsraad bijeen te roepen (dus in opvolging van de voorschriften der R. L Ook gelooven wij, dat de krijgsraad op de gewone wijze wordt sa mengesteld en vergaderd. Wij nemen ook aan, dat de beide com missarissen, officieren zijnde, ter residentie van den krijgsraad aan wezig, leden zullen zijn van den te benoemen krijgsraad. President en leden van den krijgsraad, zullen daarvan zij wij overtuigd zoo zij vermeenen mochten, zich zeiven te moeten wraken, daarvan aan den krijgsraad opgave doen, en diens beslissing vragen. Maar wij kunnen het niet goedkeuren, dat het aau reclamanten onbekend blijft, wie over hen zullen recht sprekendat zij de bevoegd heid missen, om, zoo zij er termen toe aanwezig achten, van het recht van recusatie gebruik te maken. Onbekend met den stand van het proces, kunnen reclamanten geen gebruik maken van het recht, om eene memorie van verdediging in te dienen, voor en aleer in hunne zaak dispositie genomen zal zijn. Wij zouden wenschendat reclamanten toegelaten werden, hunne zaak voor hunne rechters te verdedigen, wanneer zij dit mochten verlangen ook dat hun behoorlijk betcekend werddat een krijgs raad in hunne zaak benoemd is, en wie president en leden daarvan zijnopdat zij c.q. van het recht van recuseeren gebruik kunnen maken. Het komt hoogst zelden voordat men een rechter wraakt wij hadden in zoo menigen krijgsraad zitting en woonden dit slechts eenmaal bijtoen werd de wraking aangenomen. In die landen, waar over kapitale misdrijven eene jury het schul-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 490