480 dig of onschuldig, zelfs de doodstraf, uitspreekt, heeft men den be klaagde het recht toegekend, om de gezworenen te Wraken. Wij twijfelen niet, of in die gevallen, waarin de benoemde krijgs raad in eene reclamezaak het noodig mocht oordeelen, een klager te hooren dat clan de voorschriften der R. L. zullen nageleefd worden wij achten het echter geen overdreven eischdat dit niet in sommige, maar in alle gevallen geschiede. Wij zeidendat de zucht tot reclameeren onze afkeuring ver dient; de ervaring leerde ons, dat de meeste reclames ten onrechte worden ingebracht, vaak zeer lichtvaardig. Wij noemen het lichtvaardig reclameeren', wanneer 't geldt eene opgelegde straf, die gering isen men daarvan geeno schadelijke gevolgen voor zijne carrière behoeft te duchten. Ergo wanneer de strafreden geen smet werpt op iemands eer of karakter, hem niet verdacht maakt, of zijne toekomst in gevaar brengt, is het onze subjectieve meeningdat hij der krijgstucht een ondienst bewijst met zijne klacht door een krijgsraad te doen onderzoeken. Wij weten het, men zal ons toevoegen, dat men met beginselen niet moet transigeeren. - Wij laten beginselen voor wat ze zijn, hebben voor de goede den diepsten eerbiedmaar vergeten nietdat er zoovele zijn, die er alleen op na gehouden worden, om 's menschen ijdelheid te verbergen en te beschermen, om een onverstandig vast houden aan iets, dat algemeen afgekeurd wordt, uit het oogpunt van consequentie in beginselen te verdedigen. Welk een triomf is het niet, wanneer eene lichte straf, lichtvaar dig of ten onrechte opgelegd, door een krijgsraad wordt te niet gedaanDagenzelfs wekenlang wordt zoo'n zaak besprokenen de reclamant wordt als een held beschouwdeen heldomdat hij men veroorlove ons de geijkte uitdrukking te bezigen zich niet op den kop liet zitten!Hij won 't geding; maar of de reclamant zelf die voldoening er van smaaktbetwijfelen wijslechts een korte poos moge hij genieten, door gezegevierd te hebben over zijn straf- oplegger, maar weldra zal hij eerlijk berouw gevoelen, dat hij door zijn triomf de krijgstucht schaadde. Of wij verlangendat de chefs eiken inferieur als speelbal hunner grillen zullen mogen beschouwen, en de laatsten dit gedwee zullen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 491