485 Wanneei de bovenstaande uitrusting als voldoende kan worden aangenomen, blijft te onderzoeken, of kleedingtasch en ransel de noodige bergruimte aanbieden voor alles, wat overblijft, wanneer de man zich gekleed heeft. Een en ander werd daartoe verpakt, waarbij werd bevonden, dat het restant kleeding behoorlijk in ransel en tasch kon worden ge borgen. De man nu behoort onder alle omstandigheden, ook als liij slechts tijdelijk de compagnie verlaat, bij zich te hebben zijne geheéle uit rusting. Aanbeveling zou het verdienen, op de kleedingtasch en op den bodem van den ransel (aan de buitenzijde), behalve het stamboek nummer, ook den naam bekend te stellen. In verband met het bovenstaande en met het oog op het goed- verkoopen dient Tarief No. 24 eenige wijzigingen te ondergaan: Ieder man ontvangt bij indiensttreding, als uitrusting, de goederen zooals boven vermeld. Ze blijven het eigendom van het Gouvernement en worden, bij onbruikbaarheid zonder toedoen van den man (gewone slijtage), voor rekening van het Land in de kledingmagazijnen verwisseld, per verwisselbriefje. Op voordracht van den pelotonscommandant beoordeelt de com pagniescommandant de onbruikbaarheid. Bij verschil tusschen hem erf den officier van kleeding, beslist de korpscommandant. Die beslissing behoort aan dien chef te worden toegekend, om dat hij en niemand anders voor de tenue van het geheele 'korps verantwoordelijk is. Bij verwaarloozing of gemis van uitrustingstukken wordt streng gestraft en de vergoeding opgelegd. Voorwerpen voor reparatie vatbaar, zooals b. v. schoenen, wor- den voor s Lands rekening gerepareerd. Bij bevordering of bij reëngagement ontvangt de man de distinc tieve teekenen voor zijn graad of de noodige dienstchevrons. Bij het verlaten van den dienst behoudt hij, behalve zijn onder goed en distinctieve teekenen, één pak bovenkleediugal het overige wordt ingeleverd. 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 496