499
Zooals reeds vermeld is, is de parallactische fout, zelfs bij slechts
weinig lichtcontrast, onbeduidend, en gevolgelijk ook veel minder
afhankelijk van de verlichting voor zooveel daardoor invloed wordt
uitgeoefend op de betrekkelijke helderheid en kleur van de door het
oog waargenomen voorwerpen dan de fout bij het ineenbrengen van
richtlijn en mikpunt. De zaak verandert echter, wanneer een schelle
verlichting eenzijdige lichteffecten veroorzaakt. De verlichte zijden
van vizierkeep en korrel schijnen vergroot, waardoor een fout ontstaat
bij het beoordeelen van de symetrielijn.
Men noemt het verschijnsel, dat sterker verlichte, heldere voorwer
pen ons grooter toeschijnen dan donkere voorwerpen van gelijke af
metingen op gelijke afstanden, Irradiatie.
De afwijkingen, veroorzaakt door eenzijdige verlichting van de vizier-
keep, hebben een tegenovergestelde richting aan die ten gevolge van
eenzijdige verlichting der korrel. Want is bijv. de korrel rechts ver
licht, dan houdt men het er voor, dat haar midden ook meer rechts
ligt, en stelt haar dus met de punt links van het midden der vizier-
keep. Bij gelijke richting der verlichting wordt echter van de vizier-
keep de linkerzijde helderder, waardoor het schijnt, dat haar midden
naar rechts wordt verschoven. Men zal derhalve de korrel rechts van
het ware midden der vizierkeep stellen. Zijn vizierkeep en korrel
gelijktijdig aan eenzijdige verlichting blootgesteld, dan komt slechts
het verschil der genoemde fouten in aanmerking, en worden de daar
door veroorzaakte afwijkingen zeer klein.
Bij het ineenbrengen der richtlijn of eigenlijk der korrelpunt met
het mikpunt, komt de door eenzijdige verlichting der korrel veroor
zaakte fout, met hare volle waarde in aanmerking, want de korrel-
punt zal steeds zoover van het mikpunt verwijderd blijven, als zij
door de eenzijdige verlichting verschoven schijnt. De hieruit voor
komende afwijking is daarom steeds grooter, dan die veroorzaakt
door de parallactische fout.
In ieder geval is de door eenzijdige verlichting veroorzaakte fout
wat grootte en richting betreft nagenoeg constant, zoolang richting en
sterkte der verlichting gelijk blijven. Zij veroorzaakt alzoo parallelle
afwijking van het gemiddelde trefpunt, en kan dus schadeloos worden
gemaakt.