515 wetboek voorkomt en zij ook toegepast wordt, bewijst, dat de wetgever, behalve met zijne strafreclitstheoriën ook, en niet het allerminst, rekening heeft te houden met de gesteldheid eu den toestand van Land en Volle. liet moge waar zjjn, dat de doodstraf met den kogel voor den militair in Nederland kan worden gemist, daar het Leger, uitsluitend uit Nederlanders bestaande, met een goeden geest bezield, zijn hooge roeping begrijpt; het behoeft geen betoog, dat in Nederlandsch-Indië voorloopig die afschaffing, onzes inziens, minder wenschelijk zijn zoude, met het oog op den eigenaardigen toestand, waarin het Neder- landsch-Indische Leger thans nog verkeert. il men weten, uit welk gehalte dat Leger bestaat, men leze hetgeen de kapitein Van Vleuten in het Indisch Militair Tijdschrift (14e jaargang, N° 3, op pag. 268 en volgende) schrijft: Er is geen Leger zegt de Sehr. behalve welligt het Noord- Amerikaansche, waarbij voortdurend het blanke element uit zóó veel, en zóó verschillende bestanddeelen en landaarden is zamengesteld als het Nederlandsch-Indischeen waarin de vreemdelingen op zoo groote schaal zijn vertegenwoordigd. Men vindt in andere lauden en koloniën óók vreemdelingen, doch bij wijze van gedeeltelijke aanvulling; hot nationale element heeft er steeds verreweg de overhand. Bij ons is dit bijna altijd omgekeerd het geval geweest. Op ultimo December 1869 waren er, blijkens het Koloniaal-Verslag, op eene sterkte van 12064 Europeanen: 8067 Nederlanders, 1069 Duitschers, 414 Belgen, 712 Zwitsers, 314 andere Vreemdelingen, 1062 Kleurlingen en 426 Blanken in Indië geboren. Die percentsgewijze vorhouding aan Nederlanders is, in de laatste jaren, vooral ten gevolge van den langdurigen krijg in Atjeh nog veel ongunstiger geworden Bij de ie Kompagnie van het 5e Bataillon Infanterie, door mij hier te Willem I in 1876 gekommandeerd, bevonden zich, op den len Julij van dat jaar, op eene sterkte van 173 Europeanen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 526