voor het grootste gedeelte in de stille kroegen en bordeelen.
Dat geld jeukt den man in de hand; het moet op, anders heet hij
geen goed kameraad; en, het gaat op, in ongeloofelijk korten tijd gaat
het op, grootendeels verzopen en verbrast.
En de gevolgen? Ziekte, hospitaal, provoost, cachot en krijgsraad
blijven niet uit!
Zou thans, vragen wij met het oog op al het medegedeelde, de
doodstraf in het Crimineel Wetboek voor het Nederlmdsch-,Indische
Legei kunnen worden afgeschaft, op boven ontwikkelde rechtstheoriën
gebaseerd, gemotiveerd door de overtuiging, dat zij onnoodigondoel
matig en daardoor onrechtvaardig isdat die straf als afschrikkend
middel geen dienst doet; dat het barbaarsche harer voltrekking de
beschaving tegenwerkt, en dat de bevordering van beschaving het
beste middel is, om misdrijven togen te gaan?
Wij betwijfelen het ten zeerste. De doodstraf moge in het alge-
meene strafrecht worden gemist, in het militaire strafrecht zal zij
moeten blijven bestaan, zoolang de treurige noodzakelijkheid zulks
vordert, die gelegen is in de eigenaardige samenstelling van het Ne-
derlandsch-Indische Leger.
Is er een andere maatregel, die evenzeer het behoud en de red
ding van geheele legerkorpsen kan verzekeren en welke belet, dat een
leger ontaardt in een wilden troep, die, zich zijner bewust, aan al
lerlei hartstochten den vrijen teugel viert, dan wordt de doodstraf
onnoodig, doch niet in het geval, omdat het algemeen strafrecht de
doodstraf niet meer erkent, gebaseerd op theoriën, die ieder op zich
zelve genomen wetenschappelijk waar en juist kunnen zijn, doch in
strijd met de ondervinding en de practijk, die op het oogenblik geen
beter middel tegen zwure militaire misdrijven kent dan juist de
doodstraf door middel van den ko^el.
Iiet is geen vereischte voor een goed militair strafwetboek, dat
het met bloed geschreven zij. Te groote gestrengheid in de wet is
voorzeker nadeelig en heeft ten gevolge, dat zij niet wordt nageleefd
en dat zelfs de rechter de toepassing ontwijkt. Meer dan de helft
van de straf-bedreigende artikelen in het Crimineel Wetboek bevat
ten de doodstraf. Dit is een gestrengheid, die voorzeker nergens
eenigen steun vindt. Het stellen van de doodstraf als normede straf
op elke daad van verzet of geweld, hoe gering ook, is zeker eene
33
O