521 tot het ontdekken van gepleegde of tot het voorkomen van beraam de misdrijven b. door rechtvaardigheid, b. v. wanneer onder gevaarlijke tijds omstandigheden eene zekere strafwet was uitgevaardigd, het gewis met alle beginselen van recht strijden zou om, nadat de beweegrede nen dier wet ten eenenmale hadden opgehouden, deze niettemin toe te passen, alleen omdat zij nog niet afgeschaft ivas en de Rechter dus verplicht is de veroordeeling uit te spreken c. om redenen van billijkheidb. v. wanneer de Rechter, gebonden aan de wet, eene straf heeft moeten opleggen, die, hoezeer tot het minimum gebracht, in geene verhouding staat met de geringheid des misdrijfs; alsdan den schuldige wel geen onrecht geschiedt, wanneer de wettige straf op hem wordt uitgevoerd, doch er niettemin voor billijkheid eene verzachting daarvan zal wenschelijk blijven. Ofschoon de opgenoemde omstandigheden als drangredenen tot het verleenen van gratie kunnen worden beschouwd, zou het evenwel aan den anderen kant niet strooken met het eminente recht van den Souverein, om die daarvan te doen afhangen en daarom alleen te ver leenen aan den anderen kant zal het verleenen van gratie toch steeds gegrond moeten zjjn zooals boven is opgehelderd op waarachtige drangredenen met wetenschap omkleed, zonder welke het recht van gratie zou ontaarden in een ziekelijk gevoel van misplaatste philanthropic, die ons zonder oordeel doet handelen naar de onmiddel lijke opwellingen van het gemoed, zonder ons rekenschap onzer hande lingen af te vragen en eenvoudig zeggen„Yaut mieux le Cour que la Raison Ten slotte nog eene opmerking: Den fuselier Eberle is gratie verleend van de straf des doods met den kogel, welke in de straf van kruiwagen voor den tijd van tien jaren is veranderd. Hier doet zich de vraag voor, of de straf van den kruiwagen al of niet eene onteerende straf is. Om trent deze vraag, van beide zijden grondig onderzocht, bestaat als nog twijfel. Het zou ons te ver voeren, hier de drooge lijst van sententiën op te sommen, die in verschillenden zin, èn in België èn in Nederland, gewezen zijn. Genoeg zij het te herinneren, dat de Hooge Raad der Nederlanden en de practijk de kruiwagenstraf als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 532