553 „danten der militaire afdeelingen op Java en voor de militaire comman- „danten buiten Java en Madoera" hoog noodig dient herzien te worden. "Wij zijn het hiermede volmaakt eens. Als eene curieuse bijdrage, in welke malle omstandigheden een gewes telijk militaire commandant al zoo kan geraken, vermelden wij, wat den majoor Yeenhuijzen ten jare 1868 op Celebes wedervoer. Met eene mobiele colonne tegen Kraëng Bonto-Bonto opereerende, week op een zekeren dag de vijand al meer en meer landwaarts, totdat hij het grensgebied van Boni bereikt had. Zich aldaar op eene hoogtenrij nestelend en het luchtruim doende weergalmen van het ons bekende epitheet: „orang blandah makan babi", stelden onze troepen zich in gevechtsorde, om den Boeginees eens har telijk aan het verstand te brengen, dat het spek-eten hoegenaamd niet tot de koen- en onversaagdheid van een mensehenras afdoet. De onvervaarde Gouverneur Bakkers dacht er evenwel anders over. Vermits namelijk het tusschen het Nederlandsch Gouvernement en het Bonische rijk gesloten tractaat de bepaling inhield, dat door onze troe pen niet op Bonisch territoor mocht worden gestreden, zonder daartoe van de Indische Hooge Regeering speciale vergunning belcomèn te hebben werd aan den majoor Veen hu ij zen het attaqueeren belet en keerden onze troepen, uitgejouwd en wel, onverrichtorzake naar Makassar terug, om in de daarop volgende maand, na aankomst van de mailboot met een permissiebiljet van de Indische Regeering andermaal tegen B onto-B onto op te rukken. Dat de vijand mogelijk niet zoo hoffelijk zoude wezen, om, gelet op de buitengewone omstandigheden, waarin de Nederlandsche bevelhebber ver keerde, gedurende vier weken aldaar in stelling te blijven, opdat wij hem op dezelfde plaats zouden kunnen weervinden, daarmede mocht geene rekening worden gehouden. Gedekt. Het Indische Leger telt nog altijd te veel compagniescommandanten, die hun luitenants en bataljonscommandanten, die hun kapiteins en luitenants bij den minsten onraad in commissie benoemen, om van het deswege gehouden onderzoek schriftelijk te rapporteeren. Zulk eene commissie vervangt veelmaals het gebrek aan werkzaamheid van den chef, die de commissie benoemd heeft, of dient, om den even- tueelen chef-strafoplegger tegen alle onaangename gebeurlijkheden te dekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 564