46 Beschouwen wij de competentie der militaire en civiele rechtbanken gedurende den staat van oorlog en van beleg. Wat is daaromtrent voor Indië bereids bepaald en wat behoort dan te dien aanzien, in verband met de bestaande wetten, enz. alsnog bepaald te worden? Beschouwen wij daarbij het „Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te lande" (ook dat „te water"), het „Strafwetboek voor Europeanen" en dat voor „Inlanders," de „Rechtspleging bij de Landmacht" en verder alles wat met de Indo-Nederlandsche strafwetgeving, rechts vordering en rechtspraak in verband staat, ons voorloopig van het noemen van andere titels onthoudende. Het Crimineel Wetboek voor het Leger en de Rechtspleging bij de Landmacht erkennen reeds, zooals wij vroeger gezien hebben, den staat van oorlog en dien van beleg. Wordt de staat van oorlog verklaard, dan worden krijgsraden te velde en krijgsraden in vestingen benoemd, waaruit volgt, dat wanneer Java of eenig ander gedeelte van Indië b. v. in oorlogstoestand verklaard en het gedeelte van het Leger aldaar gemobiliseerd is, al de krijgsraden in dat gewest of gebied, zij mogen te veldein vestingen of open plaatsen zijn ge zeteld, behooren tot die, bedoeld bij den IIIen Titel der Rechtsple ging bij de Landmacht (art. 261281). Met de art. 1 t/m 9, titel I van het Crimineel Wetboek, regelen deze artikelen o. m. de jurisdictie dier krijgsraden en noemen zij de personen op, daaraan onderworpen. De wet onderscheidt 4 categoriën vau personen (1) eigenlijk nog meer (zie art. 4 C. W.). Gemakshalve kunnen wij haar tot 3 categoriën brengen: 1. militairen2. niet-militairen, in dienst van het- leger of daarbij belioorende, 3. niet-militairen, in geenerlei betrekking tot het leger en alles wat daartoe behoortstaande. Yoor ons onderwerp hebben we ons alleen in te laten met de ad 3 be doelde categorie, d. z. de burgersdie niets met het leger of den mi litairen dienst uit te staan hebben. Art. 272 R. L. zegt, dat de in de art. 4, 5 en 6 C. W. genoemde personen aan de krijgsraden te velde (krijgsraden in staat van oorlog gemakshalve te noemen) onderworpen zijn. Yan de laatstbedoelde burgers zullen dus zij voor die krijgsraden worden getrokken, die (1) Zie de Handleiding van Mr. Van der Hout, 3en druk, pag, 245.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 57