48
daardoor bij de armee of eenig gedeelte van dezelve, gebrek in liet
benoodigde ontstaat, zal, zoo wanneer daardoor het geluk der wapenen
of der militaire operatiën in gevaar is gebragt, met den dood of
anderzins naar omstandigheden gestraft worden."
.4 Art. 74 C. W. 1
5. Art 75 C. W. i 6 W'
6. Art. 78 C. W. „Een iegelijk, wie hij zou mogen zijn, en zon
der onderscheid van militairen of burgerlijken stand, die in tijd van
oorlog, uit of in een leger, kampement, beleg, stad, vesting of eenige
andere verschanste plaats, in de nabijheid van den vijand gelegen,
mogt komen langs een anderen weg dan den gewonen, poorten, brug
gen of barrières, zal voor spion gehouden en als zoodanig met den
strop gestraft worden, tenzij uit de omstandigheden van zijne on
schuldige of min schuldige inzigten ten genoegen der regters kwame
te blijken."
Waarom is' nu in art. 27.2 R. L. verwezen naar art. 6 van het
(eerder gearresteerde) C. W. en art. 7 C. W. niet duidelijker ge
steld? Omdat het Decreet van 1811 niets bepaalt omtrent de rechts
macht der krijgsraden te velde. „Buiten de gevallen in de even voor
gaande Artikelen aangeduid," luidt art. 9 C. W. „zal dit Wet
boek nimmer toepasselijk zijn op bijzondere personen, (d. z. de hier
boven bedoelde burgersniet tot het krijgsvolk te laude behoorende."
Wij moeten hierop letten bij de beschouwing van de rechtsmacht
der krijgsradendie gedurende den staat van beleg vonnissen.
Die rechtsmacht wordt daarentegen wel geregeld in het j)ecreet van
1811, dat weder ouder is dan het Crimineel Wetboek. In art. 103
van dat decreet lezen wij toch: „In zake van alle misdrijven, wel
ke de Gouverneur of de Kommandant niet raadzaam mogt oordeelen,
aan de gewone regtbanken ter kennisneming over te laten, zal de
post van regterlijke officier van policie, door eenen militairen pro
voost worden vervuld, zoo veel mogelijk uit de officieren der gendar
merie te kiezen, en de gewone regtbanken zullen door militaire
regtbanken worden vervangen." Wil dit zeggen, dat deze rechtban
ken de krijgsraden zijn, waaraan dezelfde personen onderworpen
Zie de uitlegging- van Mr. Pols, in zijne Aanteekeningen op het Crimineel Wet*»
boek, omtrent het debaucheeren der militie