616 Bij het schieten, d. i. bij een verticaal doel, is de trefkans afhan kelijk van het laatste gedeelte der baan, dus van den invalshoek. Naarmate de invalshoek kleiner wordt, wordt dus ook de trefkans grooter, daar toename der bestreken ruimte er het gevolg van is. Bij het werpen, d. i. bij een horizontaal doel, heeft het laatste ge deelte- der baan dus de invalshoek geen noemenswaardigen in vloed op de trefkans. Hieruit volgt reeds, dat er geen sprake kan zijn van een gelijke toename der trefkans bij hét schieten en werpen. Het gebruik van belangrijk verkleinde ladingen bij het werpen heeft ten gevolge, dat de invloed van geringe gewichtsafwijkingen dier ladingen zich ook in veel sterkere mate doet gevoelen. Door de verminderde lading en dus ook verminderde aanvankelijke snelheid, zal ook de rotatiesnelheid van het projectiel sterk afnemen, waardoor de stabiliteit van het projectiel in de baan niet meer even goed is verzekerd, daar het zwaartepunt zoover naar achteren ligt, dat de resultante van den luchtsweerstand, zelfs bij tamelijk groote ashoeken, de lengteas vóór het zwaartepunt snijdt. Bij hetzelfde projectiel is de rotatiesnelheid evenredig met de vierkantswortels der aanvankelijke snelheden. Daar nu de trekken zoodanig geconstrueerd worden, dat het projectiel, bij de door de normale lading gegeven aanvankelijke snelheid, voldoende rotatiesnel heid bekomt, om de stabiliteit te verzekeren, volgt daaruit, dat die stabiliteit bij het werpen niet voldoende meer is verzekerd, en moe ten daaruit afwijkingen voortvloeien. Daar nu een grootere spoed ook een toenemende derivatie veroorzaakten dus de juistheid van het schieten daardoor belangrijk wordt bemoeilijkt, ten gevolge van de veranderlijke afwijkingsoorzaak, tracht men door verhoogde aanvan kelijke snelheid tevens de noodzakelijke rotatiesnelheid te bekomen. Ook in dit opzicht dus is de meerdere trefkans bij het schieten niet evenredig aan die bij het werpen. Kunnen wij dus overtuigd zijn, dat onze mobiele artillerie, door de invoering van inderdaad belangrijk betere vuurmonden, wat de trefkans van het werpen betreft, lang niet in die mate is gebaat als dit met het schieten het geval is, toch is het zeker, dat zij op dit punt in ieder geval werkelijk verbetering te gemoet kan zien, en zoodoende is toch een groote schrede voorwaarts gedaan. Maar, al

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 627