617
moge ook grootere trefkans worden verkregen, zal daarom ook meer
dere verwachting van de uitwerking der geworpen projectielen mogen
worden gekoesterd?
Ik geloof deze vraag volkomen ontkennend te moeten beantwoorden.
Bij het kanon van 8cm achtte ik de invoering der schokbuis een
werkelijke verbetering voor het worpvuur, omdat men daardoor tot
een normale wijze van laden is kunnen overgaan, waardoor inderdaad
voordeelen worden verkregen, daar men de élévatie heeft kunnen
verminderen, grootere drachten verkrijgt en ook meerdere trefkans
er het gevolg van moet zijn.
Maar tevens gaf ik in vluchtige trekken te kennen, dat ik het niet
voldoende acht, dat het projectiel springt, doch dat het noodig zal
zijn, dat het na den aanslag nog een sprong maakt, wil men van dat
springen eenige nuttige uitwerking verwachten.
Bestaat er echter werkelijk kans, dat deze sprong zal worden
gemaakt
Op grond van de verschillende waarnemingenopgesomd in de on
derscheidene I. B. O.meende ik het vermoeden te moeten uitspre
ken, dat bij het bergkanon van 8cm tot op 1100 pas d. i. tot een
élévatie van 20° deze sprong zou worden gemaakt. Bij een
bijzonder gunstige bodemgesteldheid blijf ik aan dat vermoeden
hechten, maar de opgegeven aanhalingen van Favè en Ttohne zijn
er mede in strijd, en ook Witte zegt dienaangaande:
„Bei dem Aufschlage dringt das Greschosz natürlicherweise mehr
„oder weniger tief in den Boden einje nachdem der Einfallwinkel
„gröszer oder kleiner und die Bodenbeschaffenheit dazu mehr oder
„weniger geeignet istbei sehr weichem oder unebenem Boden
„oder einem Einfallwinkel von 15° und darüber bleibt das Greschosz
„gar stecken und auszert am Aufschlagspunkte dann eine minenar-
„tige "VVirkung".
Uit een en ander mag worden aangenomen, dat, buitengewone
bodemgesteldheid daargelaten, bij invalshoeken van 15° en hooger,
het projectiel over het algemeen in den grond zal blijven steken, hetgeen
m. i. nagenoeg gelijkstaat met werkeloosheid.
W. Witte. Die Feldartillerie, bi'. 114. Berlin 1874.