638 Het zijn de nummers 32, 33 en 34, vroeger door kapiteins bewoond; zij werden, indien ik mij niet bedrieg, zoo al niet afgekeurd, dan toch om hunne inrichting reeds geruimen tijd geleden verworpen. Zij zijn dan ook veel slechter dan de overige kapiteinswoningen en worden eerst dan, wanneer het hoogstnoodzakelijk is, aan kapiteins ter bewoning aangewezen. Nu kunnen, ingevolge Tarief N°. 36, kapiteinswoningen aan twee luite nants worden aangewezen; zoo kan ook eene luitenantswoning aan eenen kapitein worden gegeven, enz.daarbij werd echter steeds het verschil der indemniteit voor huishuur uitbetaald. Is het nu billijk, dat dit te Meester-Cornelis niet plaats heeft? Yooral tegenover de luitenants van het Depot-bataljon mag men niet onbillijk zijn. Aau die luitenants nu worden genoemde huizon aangewezen, om met hun tweeën te bewonen. Zij betalen dus 140 voor eene minder goede kapiteinswoning, die, zoo zij goed ware, maar eene huurwaarde van 100 vertegenwoordigen zoude. Verder worden zij gedicongenom samen te wonen en later om nog eene verhuizing naar de Beer en laan te bekostigen. "Waren de bedoeldè woningen nu nog zoodanig ingericht, dat ieder der bewoners zijn eigen gang kon gaan, dan zouden we nog eenigszins vrede kunnen hebben met den bezuinigingsmaatregel. Nu echter mogen we de opmerking niet terughouden, dat de moraliteit er zeker niet door 'wordt bevorderd. Men denke slechts aan de jonge, pas uit Nederland aangekomen officieren en het leven van anderen met menage,res. Naar aanleiding vanOvertocht van Nederland naar Neder- landsch-Indiê en omgekeerd." Een deel van Mati Panari's beschouwingen in de 4e Aflevering van het Indisch Militair Tijdschriftjaargang 1883, berust m. i. op zeer onsolide basis. Volgens het door hem aangehaald Koninklijk besluit dd. 19 Februari 1882, No. 14 (Alg. Order No. 34 van dat jaar), krijgen wettige en ook gewettigde kinderen en stiefkinderen van ambtenaren en officieren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 649