643 Ziet men niet in sommige eskadrons en batterijen meer paarden op bo- slag staan dan wel noodzakelijk en wenschelijk is? Yeilig mag men aannemen, dat de paarden der Cavalerie en der Ar tillerie, zoolang die hoofdzakelijk alleen in de manege of op het met gras begroeide exereitieterrein loopen, geen beslag noodig hebben. Bij de bergbatterijenwaar weinig langs de wegen wordt geëxerceerd en gemarcheerd, waar weinig wordt wandelgereden, maar men, behalve de gewone oefeningen op het exercitieveld, zich meer met marschen in de geaccidenteerde terreinen bezighoudtis beslag zelden noodig. Ik geloof, dat de harde en veerkrachtige hoeven onzer Indische paarden en muildieren weinig slijten door marschen in stap op steenachtige ter reinen; dat daarvan meer sprake is bij veelvuldige gangen in draf en galop langs kunstwegen. Bovendien heeft het draagpaard of muildier, onbeslagen, een veel zekeren en vasteren tred bij het klimmen en dalen. .Voor langdurige marschen langs kunstwegen, bijv. de jaarlijksche tochten der batterijen naar de schiettereinen in de Preanger en in de Banjoemaas, is het noodig gebleken, de paarden en muildieren op ijzer te zetten. Is het te verwachten, dat na den terugkeer in het garnizoen wederom in hoofdzaak oefeningen op het exercitieterrein zullen worden gehouden, zoo verdient het aanbeveling, de ijzers, naarmate die losraken, niet meer te vernieuwen. Dit moet echter oordeelkundig geschieden en zorg worden gedragen, dat de zeer gevoelige hoeven der paarden, die pas van hun beslag ontdaan zijn, niet onnoodig aan te ruwe beproe ving worden blootgesteld. T W W.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 654