645 Inóbedientie in vroegere dagen. Yeele soldaten, die sieh opiniatreeren sonder redenen, hebben geen ander ooghmerckals om sich een naem te maken en brengen sigh en anderen niet alleen op den vleijsbanck maor verraden oock door zoodanigh point d'honneur het Landt. Indien het gebeurt, dat een officier, willende om ongelioorsaemheijt ijemant straffen, den solven doodt slaet, zoo is hij daerom niet strafbaer. Een Ritmeester, willende seijnen Ruijter straffen over inóbedientie ende hem de neus afhouwende, is noghtans op den elfden November sestion hondert vijf gecondemneertaen hem voor de deformiteijt ende smerte, hondert twintigh guldens sonder meer te betalen. Borstlijden. Als in eenig leger dorstlijden van nabij bekend is, dan voorzeker is dit het geval bij het Nederlandsch-Indische Leger, waarvan ongeveer een vierde gedeelte zich sedert meer dan tien jaren te velde bevindt. Wij zeiven ervoeren het in Atjeh een paar keeren, dat enkelen onzer soldaten uit nagenoeg droge kampongputten, langs welke de colonne marcheerde, door middel van klapperdop en touwtje, geel drabbig water ophaalden; dit zoogenaamde water dronken en het spreekt van zelf, een paar minuten daarna weder uitbraakten. Wat dorstlijden beteekent, daarvan weet ook het 8e Bataljon Infanterie te vertellen na den overval der Samalangers in Augustus 1877. Mogen wij een officier gelooven, die deel uitmaakte van de colonne, welke in 1868 bij Toeroekapaija in de Noorderdistricten van Celebes teruggeslagen werd, dan zoude een zijner kameraden, die thans nog in het Leger dient, zich eene kleine snede in den arm gegeven en, van dorst versmachtende, daarna het bloed gelekt hebben. Hoe ongeloofelijk dit verhaal ook zij, zeer zeker zal het voorgeval lene door menig Indisch militair, die eenige uren lang smachtend naar water is geweest, niet voor onbestaanbaar worden gehouden. Het artikel „drinkwater" is dan ook voor menigen marscli en vele ge vechtscolonnes van het allerhoogste belang. Toch ziet men soms bij het Indische Leger niet die waarde er aan hechten (zoolang namelijk de nood niet aan den man is gekomen), welke het zoo zeer verdient De gevulde veldflesch, die gewoonlijk reeds een 3tal uren na den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 656