G4 laat uitoefenenmoet zich nooit verder uitstrekken clan den kring, aangewezen bij het besluit van hem of den Gouverneur-Generaal waarbij de landstreek, het gewest of de plaats is verklaard in staat van oorlog of van beleg. Alle maatregelen van politie moeten na gehouden overleg met de civiele autoriteit vastgesteld en afgekondigd worden. Op plaatsen, waar men assistent-residenten van politie heeft, kunnen deze aan het hoofd der politie blijven; zijn zij er niet en kan men ter plaatse geen voor deze betrekking van gewicht geschikt burgerambtenaar vinden, dan plaatst de hoogste militaire autoriteit aan het hoofd der politie een alleszins geschikt, bij voorkeur bere den officier. Zoo noodig wordt verder militair personeel aangewezen om het hoofd der politie behulpzaam te zijn. De geheime politie blijft bestaan of wordt opgericht en uitgebreid. Aan het hoofd daarvan staat een afzonderlijk ambtenaar of officier, die zich recht streeks tot de hoogste militaire autoriteit moet verhouden. De bestaande Algemeene politiestrafreglementen" voor Europeanen en Inlanders en verder de gewestelijke en plaatselijke politioneele voorschriften en keuren blijven bestaan. Slechts, wanneer de geest der bevolking daartoe aanleiding geeft, d. i. wanneer vijandige ge zindheid of pogingen en opruiing tot verzet onder de bevolking zulks noodzakelijk maken, moet de hoogste militaire, autoriteit de bevoegd heid hebben, de bestaande politiemaatregelen te verscherpen. Over eenkomstig art. 1 ad 2° der „Bepalingen ter regeling van de wet gevende bevoegdheid der ambtenaren, met het hoogste gewestelijk gezag bekleed", zullen die maatregelen zich niet mogen uitstrekken tot onderwerpen van algemeen strafrecht. Het bepaalde bij artt. 76 ad 1° en 78 van het „Wetboek van strafrecht voor Europeanen alsmede het bepaalde in het laatste gedeelte van 2°, eerste alinea (dat de maatregelen van politie niet iets mogen inhouden, strijdig met verordeningen door een hooger gezag binnen den kring zijner bevoegdheid uitgevaardigd) en 5° van art. 1 der „Bepalingen ter regeling van de wetgevende bevoegdheid der ambtenaren, met het hoogste gewestelijk gezag bekleed", kunnen ook voor de hoogste militaire autoriteit in een in staat van oorlog of van beleg verklaard gewest, enz. van kracht blijven, mits hem tevens de bevoegdheid ver leend worde, in beide toestanden, voor het belang van orde, tucht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 75