66
Nu behoorde o. i. te worden bepaald, dat na de afkondiging van
den staat van oorlog of dien van beleg, de hoogste militaire autoriteit
de bevoegdheid heeft, in het belang der openbare orde, rust en
veiligheid, de bij de boven aangehaalde artikelen op de daarbij ge
noemde politieovertredingeu gestelde straffen, in elk der door ons
bedoelde gevallen, telkens wanneer zulks noodig wordt geacht en
na voorafgaande afkondiging, te verhoogen tot zoodanig maximum, dat:
a. de gevangenisstraf niet meer dan voor acht dagen, zoowel aan
Europeanen als aan Inlanders mag worden opgelegd;
b. de duur der ten arbeidstelling aan cle publieke werken voor den
kost zonder loon alleen aan Inlanders en daarmede gelijkgestelden
op te leggen hoogstens drie maanden mag zijn;
c. het bedrag der op te leggen boeten niet meer mag beloopen
dan honderd gulden voor Inlanders en vijfhonderd gulden voor
Europeanen
met dien verstande nochtans, dat bij gebleken onvermogen tot be
taling der gevorderde boeten, de politierechter, boven en behalve de
sub a en b bedoelde straffen, zal mogen vorderen:
1. voor de Europeanen gevangenisstraf, tot hoogstens acht dagen;
2. voor de Inlanders tén arbeidstelling aan de publieke werken
voor den kost zonder loon, tot hoogstens een maand
wordende onder publieke werken tevens verstaan alle transport-
of andere diensten ten behoeve van de krijgsmacht, buiten het vijan
delijk vuur.
Deze bepalingen zullen zeker niet gewraakt worden, waar men
gedurende den staat van oorlog of van beleg aan de hoogste militaire
autoriteit bevoegdheden verleent als die, welke wij hieronder zullen
bespreken.
Als men art. 43 van het Rogeeringsreglement in verband met de
artt. 19, 21, 22, 23, 24, 44 en 85 leest, dan heeft de hoogste mi
litaire autoriteit in een in staat van oorlog of van beleg verklaard
gewest eene bijna onbegrensde macht. Wat hij zelf niet mag doen,
kan hij, voorloopig, onder nadere goedkeuring van den Gouverneur-
Generaal doen. Natuurlijk heeft dit zijne grens. Absurditeiten mag
men bij verstandige menschen niet veronderstellen. Goede instruc-
tiën moeten aangeven, wat de hoogste militaire autoriteit behoort te