70 dat de hoogste militaire autoriteit, zonder voorafgaanden last der Justitie, dat geheim verbreekt. AVenscht hij daartoe over te gaan, hij is er toe bevoegd. Vereenigingen en vergaderingen van staatkundigen aard zijn bij art. Ill R.R. ten allen tijde en andere vergaderingen of bijeenkomsten, zonder voorafgaande toestemming van de hoogste plaatselijke autori teit, zooals concerten en tooneelvoorstellingen, verboden. AVie dat verbod overtreedt is dus in beide gevallen strafschuldig, volgens artt. 5, 1° en 2° (3, 1° en 2°) der twee Indische algemeene politiestrafre- glementen. Heeft er verzet plaats bij samenscholingendan kan de sterke arm der militaire macht worden ingeroepen en na vergeefsche sommatiën het blanke wapen of zelfs het vuur de wederspanuingen uiteendrijven, evenals hij verzet hij het stellen der inondatiën of het opruimen der verboden kringenenz. Hetzelfde geldt bij hot opkomen in massa van de ingezetenenom klachten bij de bevoegde macht in te brengen. Het recht van petitie is ieder ingezetene in Indië bij art. 112 R, R. gewaarborgd, zooals dat bij de Grondwet aan ieder Nederlander is toegestaan, mits zijn verzoek schriftelijk geschiede en persoonlijk, niet uit naam van meer onderteekend worde. Yoor de uitspattingen der pers gedurende den staat van oorlog of van beleg behoeft de militaire autoriteit nooit bevreesd te zijn. Met het bepaalde bij de Indische Staatsbladen van 1856, Nos. 74 en 75 en van 1858, N° 73 is zij reeds genoeg aan banden, wanneer er slechts van regeeringswege geene zwakheid wordt betoond. Zij, die uit de archieven van het gouvernement rooven, zijn strafbaar volgens Indisch Staatsblad van 1854, ,N°. 18 en de H.H. redacteurs of medewerkers van dagbladen kunnen altijd opmerkzaam worden ge maakt op art. 65 C. AV. en de mogelijkheid, dat ook zij voor den krijgsraad getrokken kunnen worden. De gevoeligste straf is-zeker en tot het opleggen daarvan bestaat, evenals in Ruslandook in Indië, tijdens den staat van oorlog of van beleg, alle bevoegdheid Zie de Instructiën voor de hoofden van gewestelijk bestuur (Ind. St. 1817, 1, enz., enz.) Het laatste mag alleen geschieden door vereenigingen, waarvan de rechtsper soonlijkheid is erkend Indisch Staatsblad 1870, N° 64), maar slechts bij quaestiën, tot hare bepaalde werkzaamheden behoorende. Zie art. 9 Grondwet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 81