71
dat aan eene courant, alvorens tot het sluiten der drukkerij over
te gaan, hetgeen slechts in het uiterste geval geschieden moet, gedurende
een bepaalden tijd het recht om advertentiën te plaatsen, verboden
wordt. Zoo handelden Russische Generaals in 1880 en 1881 en wie,
de Koningin der Aarde vertegenwoordigende, tijdens den staat van
oorlog of van beleg, het „leer liooren, zien en zwijgen" niet in prac-
tjjk weet te brengen, berokkent tengevolge van zulk een maatregel
den uitgever-eigenaar der courant en dus ook zich zeiven het groot
ste nadeeleene kastijding der beurs. Yooral in Indië is zulk een
maatregel doeltreffend, omdat de meeste uitgevers tevens eigenaar
der courant zijn.
Zoo heeft ook do hoogste militaire autoriteit in een gewest of eene
plaats, in staat van oorlog of van beleg gesteld, de bevoegdheid, de
schutterij te mobiliseeren of haar, zooals Generaal Dibhetz tijdens
den staat van beleg van Maastrichtde stad met Belgische sympa-
thiën en aspiratiën in 1831, deed, te ontwapenen en ontbinden. Poli
tieke redenen kunnen het voor Indië wenschelijk maken, dat men
tijdens den staat van oorlog of van beleg de vreemdelingen onder
de Europeanen van hunne schutterlijke diensten ontslaat.
Eindelijk heeft de hoogste militaire autoriteit in beide toestanden
eveneens de bevoegdheid, in het belang der openbare orde alle open
bare godsdienstoefening, zoo in als buiten de bedehuizen, te verbieden.
Er is dus zooals uit het voorgaande blijkt in den staat van
oorlog of van beleg van eenige landstreek of plaats geen staatsdie
naar, wien na den Gouverneur-Generaal zóó veel macht en gezag
gegeven wordt als den hoogsten militairen bevelhebber. Maar er is
dan ook iu Indië geene moeilijker betrekking dan de zijne, na die van
den Opperlandvoogd. De Gouverneur-Generaal is daarbij, trots het
bepaalde bij de artt. 41 en 42 R.R., in den regel, een civiel persoon,
maar de militaire bevelhebber de man, die strafbaar is volgens art.
72 C. "W. voor het Hoog Militair GerechtshofDit artikel herinnert
er hem steeds aan, welke verantwoordelijkheid aan zijne betrekking
verbonden is. Het geeft hem niet alleen het volle bewustzijn, dat aan
Zie omtrent de hier besproken onderwerpen uit het RegecringsreglementMr.
L. W. C, Keuchenius, „Handelingen der Regeering en der Staten-Grenenial, enz." 3dln. 1857,