HET MILITAIR STRAFRECHT VOOR
HEEN EN THANS.
Eene door den Oostenrijkschen Kapitein-Auditeur Dr. Emil Dangel-
maier geleverde vergelijkende studie over de grondbeginselen van liet
thans bestaande strafrecht en dat der oudheid, geeft mij aanleiding,
eenige zijner beschouwingen hier ter sprake te brengen, ook in ver
band met de bij ons geldende strafwetten.
In de eerste plaats zal daartoe in herinnering moeten worden ge
bracht, dat de Romeinen, zoowel op het gebied van krijgskunst als
van rechtsgeleerdheid, de leermeesters zijn geweest, die, door hun
wapengeweld nagenoeg de geheele toen bekende wereld aan zich on
derworpen hebbende, voor een groot deel hunne overwinningen aan hunne
ijzeren, strenge discipline verschuldigd zijn.
De Romeinsche rechtsgeleerden hebben de rechtswetenschappen
tot zulk een hoogte opgevoerd, dat het Romeinsche recht nog tegen
woordig de grondslag vormt dér rechtsgeleerdheid en der nieuwe
wetboeken.
De studie van het Romeinsche militaire strafrecht, en de vergelij
king er van met de militaire strafwetten van den nieuweren tijd, is
daarom zoowel voor de krijgskunst als voor de rechtsgeleerdheid
van groot belang.
Ons onderdeel van de rechtswetenschap is stiefmoederlijk behan
deld geworden, niettegenstaande door rechtshistorische en rechtsverge
lijkende studie op het overig gebied dier groote wetenschap belang
rijke vorderingen zijn gemaakt. De onderscheidene rechtsinstellingen
moeten in hare historische ontwikkeling beschouwd worden, want,
alleen uit het verledene leert men het tegenwoordige verstaan en
begrijpen.
Het militaire strafrecht der Grieken en Romeinen berustte in de