83 - oudheid op gewoonten en krijgsgebruiken. Yoor de verschillende militaire overtredingen waren geene bepaalde straffen vastgesteld, maar werden zij door den veldheer naar eigen inzichten bestraft. De Romeinsclie veldheer had het recht van leven en dood over zijn soldateu. Gewoonlijk echter onderwierp hij de overtredingen aan het oordeel van een consilium, zonder evenwel aan de uitspraak er van gebonden te zijn; hoewel het zeldzaam voorkwam, dat de veld heer tegen den raad van het consilium de doodstraf uitsprak. De bronnen voor het Romeinsche militaire strafrecht zijn de oude geschiedkundige werken en het corpus juris Justinianus. Yoor de middeleeuwen zijn de artikelbrieven en ruiterinstellingen de bronnen voor het militaire strafrecht. Hieronder nu zullen nader besproken worden: I. De militaire delicten in het algemeen. II. De militaire straffen. III. Bijzondere militaire delicten. IV. De invloed van het volkenrecht op het militaire strafrecht. I. De militaire delicten in het algemeen. Het Romeinsche militaire strafrecht, evenals het onze, maakt onder scheid tusschen militaire delicten, dat zijn zoodanige, die slechts door militairen kunnen gepleegd worden, en gemeene delictendie zoowel door militairen als door niet-militairen kunnen worden begaan. De militaire delicten zijn overtredingen van verplichtingen, welke den militairen stand eigen zijn: trouw, gehoorzaamheid, dapperheid en werkzaamheid. De soldaat belooft door een eed deze plichten te vervullen, en moet ze overeenkomstig dien eed nakomen. In Rome moesten de soldaten een eed afleggen. Daartoe verza melden de Tribunen de soldaten van hun Legioen, en kozen er een uit, die het plechtige eedsformulier moest uitspreken, waarop de overigen door de woorden: „idem in me" denzelfden eed aflegden. De in Centuriën ingedeelde Legioenarissen, evenals de Ridders in hunne Decuriën, verbonden zich onderling door eenen eed niet te vluch ten noch het gelid te verlaten. Deze eed, hoewel oorspronkelijk vrijwil lig, werd later wettelijk gevorderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 94