95 Al wat betreft de inrichting der batterijen, van het geschutemplacement, van de borstwering, van de traversen en andere weringen, magazijnen, schuilplaatsen, waarnemingsposten, remisen, laboratoria, gekasematteerde, geblindeerde cn gepantserde batterijen, het bekleeden, het stellen van blindeeringen, den bouw van batterijen van bijzondere constructie als batterijen in het terreplein, in loopgraven, brescontre en mortier batterijen enz. enz. vindt men in het hoofdstuk „Batterijbouwuitvoerig ontwikkeld en door tal van platen aanschouwelijk voorgesteld. Een nieuw hoofdstuk is gewijd aan den dienst der artillerie bij de verschil lende wijzen van aanval op en bij de verdediging van sterkten en de voorbe reidingen daartoe in tijd van vrede, waarbij voor de behandeling der verdedi ging voornamelijk het oog gehouden is op N ederl a ndsche toestanden. Het Leger van het Moederland zal wel nimmer versterkte plaatsen gaan belegeren en bezit derhalve geen georganiseerde belegeringstreinen. Toch zijn die van het buitenland en inzonderheid van onzen Duitschen nabuur uitvoerig beschreven en zeer ten rechtewant geen machtige.i factor voor eene goede verdediging dan dat men de middelen en de tactiek des aanvallers nauwkeurig kent. Aan dit gedeelte van het leerboek sluit zich aan de vHandleiding voor de belegeringsoefeningen op de kaartdoor den Majoor Eland en den Schr. van het hier besproken werkin 1880 verschenenwelke handleiding eene oefening in de kunst van belegeren en verdedigen beoogt, in den zin van wat het krijgsspel voor de tactiek te velde is. Met genoegen ziet men, dat ook in dit, hoofdzakelijk voor de cadet ten der Militaire Academie geschreven, leerboek het Indische Leger niet vergeten is. Voegde do Majoor Eland, in 1882, aan den vijfden omgewerkten druk van zijn bekend werk over de veldversterkings- kunst een afzonderlijk Aanhangsel toe over de veldversterkingskunst in Nederlandsch-Indië, hier is een met zorg geschreven hoofd stuk aan de organisatie cn tactiek der vestingartillerie in Neder landse h-Indië gewijd. De kundige Schr. schijnt echter niet indachtig te zijn geweest aan wat hier sedert 1810 op het gebied van vestingbouw gele verd en... helaas verknoeid werd. De inhoud van het laatste gedeelte der 2<le alinea van blz. 177: vMen zal dus in hoofdzaak zicli alleen tegen de uitwerking van veldgeschut en licht worpgeschut behoeven te dekken met het oog op de vele aardbevingen zoude het gebruiken van werkelijk bomvrije gebouwen in Indië gevaarlijk kunnen zijn'", waaruit in het algemeen zou blijken, dat in Indië geene zware verdedigingswerken gebouwd worden, is anders moeilijk te verklaren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 106