Amboineesche soldaten aan te werven, ter gedeeltelijke vervanging- van het Javaansche element. Ook ten aanzien van de door den Heer Van Vleuten, aan de bedriegelijke hand der statistiek, betreffende officieren gemaakte ge volgtrekking, moeten wij het een en ander in het midden brengen. Uit de cijfers, aangevende het gemiddeld jaarlijksch aantal gede- mitteerde officieren, leidt de Schrijver af, dat ongeveer naar dezelfde verhouding het gehalte van het officierskorps te beoordeelen zoude zijn. Omdat er van 1841 tot 1870 gemiddeld 5, van 1861 tot 1870 slechts 3 officieren per jaar ontslagen zijn, en van 1874 tot en met 1880 geen enkel officier der infanterie, cavalerie, artillerie, genie en van den geneeskundigen diëtist is gedemitteerd, meent kapitein Van Vleuten, dat het gehalte der officieren veel verbeterd is. Om quitte rekening te maken, krijgen de officieren der militaire administratie er van langs, omdat 4 hunner in de jaren 1878 en 1880 wegens ontrouw en kwade administratie zijn gecasseerd. Alhoewel wij de laatsten willen zijn, om te betoogen, dat het ge middeld gehalte in de laatste jaren, in stede van vooruit-, zoude zijn achteruitgegaan, toch mogen wij niet onvermeld laten de aan den kapitein Yan Vleuten blijkbaar onbekend gebleven reden, waarom er in de laatste jaren zoo bijzonder weinig officieren zijn gedemitteerd. Wanneer in de tien laatst verloopen jaren de Raden van Onderzoek aan opvolgende Legercommandanten niet bij herhaling alle hoop benomen hadden, om den op last van den Legerbevelhebber voor- gebrachten officier gedestitueerd te zien, dan zoude de statistiek van den Heer Van Vleuten gewis ongunstiger cijfers vermelden. Maar, omdat het letterknechtschap van lieverlede boven het staf- muzikantenblok te Weltevreden het hoofd begon op te steken en daar nu en dan oude Heeren begonnen te zeuren, b. v. dat aanhoudend wangedrag zoo vreemd geformuleerd wasdat toch Mijnheer X. zich niet aanhoudend misdragen had, nu hij wel eens een volle maand buiten straf gebleven was, wilde de Legerbevelhebber blijkbaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 121