115 (de bedoeling zal wel zijn, om hen er verantwoordelijk voor te stellen) is, nog zoo dom niet. De kapitein Yan Vleuten idealiseert te veel en vergeet, dat niet ieder korporaal, onderofficier en officier een volmaakt ijverig, nauw gezet staatsdienaar is. Wanneer de compagniescommandant hoegenaamd geen verhaal had op de sectiecommandanten, als hem blijkt dat èn soldaten, èn korporaals voor het meercndeel hunne plichten verzaken, dan zoude wel degelijk de tucht daaronder komen te lijden. Het zou al zeer gemakkelijk vallen, wanneer de meerdere zich eenvoudig bij de verklaring kon nederleggen, dat de soldaat X in gebreke is gebleven. Men doet bepaaldelijk de waarheid geweld aan door te verklaren, dat eene weldadige impulsie tot plichtsbe trachting niet van boven af zoude kunnen komen. Een bataljonscommandant, die eene compagnie niet in orde vindt, zoude eene onmogelijke betrekking bekleeden, als hij niet den com pagniescommandant daarvoor verantwoordelijk kon stellen. Voorzeker is het onbillijk, daarin te ver te gaan. Ook wij hebben een tijd in de kazerne doorleefd, dat de sectiecomman dant gestraft werd, als één zijner soldaten een hemdsknoopje miste. Dat was niet rechtvaardig. Wanneer het echter blijkt, dat gebrek aan ijver van den sectie commandant oorzaak is, dat, jku' ricocheteen groot deel zjjner manschappen te kort schiet, dan achten wij het alleszins geoorloofd, dien gemakzuchtigen onderofficier te straffen voor de tekortkomsten zijner minderen, welke eigenlijk zijn tekortkomsten zijn. Dezelfde redeneering geldt voor de luitenants en kapiteins, en in hoogere mate ook voor de bataljons- en afdeelingscommandanten. De kapitein Van Vleuten dwaalt in zijne bewering, als zoude bij het Indische Leger het aansprakelijk stellen bij den compagnies commandant blijven hokken; menig bataljonscommandant toch is in mora gesteld voor den gebrekkigen toestand, waarin, over het al gemeen, het bataljon bleek te verkeeren. Geheel eens zijn wij het met den Schr., waar hij de provooststraffen voor officieren veroordeelt en vooral de wijze hekelt, waarop die straffen in I n d i worden toegepast.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 126