118 bien souvent se mettent dans le cas d'etre reprimandé et ensuite puni et que, quand on voudrait destituer tout officier, qui ne servait pas comme il devrait servir, beaucoup dejeunes officiers seraient destitués dans les premières années de leur service militaire. Het is maar de quaestie, wat onder „bien servir" verstaan moet worden. Waar is de grens? Stellen wij een voorbeeld. Een jong officier begint met eens in de maand in dienst te laat te komen en wordt deswege vermaand, de tweede maand berispt, de derde maand nog eens berispt. Moet hij nu in de 4° maand bij weder mankeeren eenvoudig ge- destitueerd of al maar door berispt worden? Zoo ja, tot hoelang? II y en a de tels gens De kapitein Yan Vleuten stelt als minimum tijd tot destitutie 3 jaren officiersdienst. „En", zoo lezen wij, „mocht ook ten derden male die beoordeeling „bepaald slecht zijn, welnu! dan geen zwakheid of laakbare toege vendheid meer, maar den schuldige, wegensaanhoudend wangedrag, „verregaande nalatigheid in het vervullen der opgelegde plichten, a. a. „eenvoudig uit Z. M. militairen dienst ontslagen." (A. O. 1880, No. 14). Als nu die vergeetachtige, gemakzuchtige luitenant trouw conse quent in zijne indolentie blijft, moet hij dan 36 maanden lang als het ware berispt worden? De kapitein Van Vleuten noemt het door hem gepreconiseerde stelsel een zeer eenvoudig, tevens strikt rechtvaardig en volmaakt doeltreffend middel. Wij mogen hem evenwel niet de verklaring schuldig blijven, dat hij veel te goed over zijn eigen stelsel denkt. Het is ons uit zijne verhandeling niet recht duidelijk, of hij te gelijk de Raden van Onderzoek wil afgeschaft hebben. Mocht dit werkelijk zoo zijn, dan nemen wij de vrijheid hem te herinneren aan het beruchte, voormalige punt van het. militair pen sioensreglement, krachtens welk punt de Regeering een officier, die nog geen veertig dienstjaren telde, eervol en met behoud van recht op pensioen uit den militairen dienst kon ontslaan, zonder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 129