119
dat die officier voor een Raad van Onderzoek was verschenen
In 1S80 is die letter f komen te vervallen, terwijl vóór 1860 de
officier nog minder waarborgen bezat, toen hij op voorstel van zijn
chef, zelfs niet-eervol uit den militairen dienst kon worden ontslagem
De toepassing' van die letter f heeft wat gepruttel in het Indische
Leger veroorzaakt, ook dewijl van zulk eene bepaling geen sprake
is in de Wet, welke de positie van de officiereu der Landmacht iu
Nederland regelt, en naar welke Wet, zooals men weet, onze
voorschriften ter zake zijn gemodelleerd.
Zoo herinneren we 0113, dat, nu ongeveer 12 jaar geleden, een kapitein
der Infanterie te Weltevreden, op 's Konings verjaardag in de mili
taire sociëteit Concordia een officier niet de vraag aanklampende, of ei al
temet ook promotie was, van dezen ten antwoord kreeg„ja, ka
pitein, u bent gepensionneerd Die kapitein had toen 36 dienstjaren,
was een fatsoenlijk man in handel en wandel en commandeerde al
leen, naar het gevoelen zijner chefs, onoordeelkundig de aan hem
toevertrouwde compagnie.
Hij dacht er dus niet aan, dat er in het minst sprake kou zijn
van zijne pensionneeringdoch hij had buiten letter f gerekend.
Ongeveer te zelfder tijd kwam te Weltevreden op het plaats-
bureau zich aanmelden een kapitein, die, elders eene „perkara gehad
hebbende, was overgeplaatst. Van den plaatselijken adjudant vernam
die officier, dat hij sedert een 8 tal dagen gepensionneerd was. Wan
neer in die dagen, om in de terminologie van kapitein Van Vleu
ten te blijven, een officier het wat gortig maakte, was hij geen en
kel oogenblik zeker, binnen weinige dagen niet gepensionneerd te
zullen zijn.
Wil nu de Heer Van Vleuten dien tijd terugwenschen? Wij
niet
Op bladzijde .371 van het hier besproken opstel wordt de afschaffing
der straffen voor officieren (waarop wij nog even dienen terug te
Artikel 1, 2, letter van het militair pefisioensreglement [Staatsblad 18 60,
No. 27J bepaalde, dat o. a. officieren, zonder dat daartoe door lien aanvraag was ge
daan. op pensioen konden worden gesteld, wanneer zij in eenen toestand waren ge
raakt, die hunne verwijdering uit den militairen dienst noodzakelijk maakte, zonder
dat er termen waren om zulks te doen door eenvoudig ontslag.